search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WEEK 14-15 01.04.2015


Adjunct-directeur Het Zwanejong stapt in huwelijksbootje


11


Groei containerbinnenvaart vraagt om moderne inrichting havengeld


ROTTERDAM ‘Er is een grote diversiteit in de havengeldsystematiek die wordt toege- past in Nederland. Bij enkele havens zoals Amsterdam, Heerenveen en Meppel vormt de grondslag zelfs een barrière om bunde- ling toe te passen in de containerlogistiek’. STC-NESTRA, onderdeel van de STC-Group, raadt aan om de stelsels aan te passen, waarbij tarieven worden gedifferentieerd naar het aantal overgeslagen containers of naar de werkelijke verblijſtijd van binnen- schepen. Tot deze conclusie komt STC- NESTRA na het uitvoeren van een landelijke analyse naar de havengeldsystematiek in de Nederlandse zee-en binnenhavens in relatie tot kansen voor het ontwikkelen van innovatieve bundelingsconcepten voor containerbinnenvaart.


DORDRECHT De wind was koud maar gelukkig scheen de zon eventjes op vrijdagmiddag 27 maart. Het was de dag dat de LOVK adjunct-directeur van ligplaatsschool Het Zwanejong, Tineke van de Weerd, trouwde met Leen Albregts. Rond 13.00 uur gaven zij elkaar het jawoord in het mooie stadhuis van Dordrecht. Bij aankomst werden ‘juf’ Tineke en haar aanstaan- de man verwelkomd door de kinderen van het Zwanejong. Zij hadden speciaal voor deze bijzondere dag een liedje ingestudeerd ‘Dag bruid, dag bruid, dag bruidgom’. Op het moment dat het bruidspaar arriveerde bij het stadhuis, vormden de kinderen een met mooi versierde bogen een erehaag. Aan het einde van de erehaag namen Leen en Tineke de cadeautjes van de kinderen in ontvangst.


Martin Quispel van STC-NESTRA: “Gunsti- ge randvoorwaarden voor bundeling in containervaart leiden tot positieve effecten voor de regionale economie en het milieu. Opvallend is dat voor een aantal terminals geen havengeld betaald hoeſt te worden door operators. En juist bij deze terminals worden innovatieve bundelingsconcepten toegepast, bijvoorbeeld in Nijmegen en Oosterhout. In het algemeen is de aanbeve- ling om de huidige havengeldsystematiek kritisch tegen het licht te houden vanuit een corridorperspectief. Past de systematiek nog bij beleidsdoelstellingen zoals het stimu- leren van de regionale economie en het stimuleren van duurzaam vervoer? Daarbij biedt harmonisatie en innovatie door middel van moderne ICT-technieken kansen om de havengelden beter te organiseren, tegen lagere kosten en met minder administratieve lasten voor de binnenvaartoperators”.


Initiatieven voor modernisering en unifor- mering


De Nederlandse Vereniging van Binnenha- vens (NVB) benadrukt dat zij voorstander is van uniformering en standaardisering van zowel de havenverordening als de haven- geldverordening. De havenverordening kent al een model dat in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld, waarbij de havens de eigen inkleuring en verantwoordelijkheid kunnen behouden. De NVB juicht de initiatie- ven toe die in een aantal regio’s/provincies (Limburg, Twente, Zwolle-Kampen-Meppel) worden genomen, inzake samenwerking om te komen tot regionale/provinciale harmo- nisering van onder andere een verbeterde binnenhavengeldregeling voor containers, droge lading en vloeibare producten. “De


Huisvuil binnenvaart is ‘overig scheepsafval’


ROTTERDAM “Het CDNI heeſt huisvuil gede- finieerd als ‘overig scheepsbedrijfsafval’. Ik heb mij daaraan te houden bij de imple- mentatie van het verdrag. In de Nederlandse milieuwetgeving wordt alle afval van onder- nemingen aangemerkt als bedrijfsafval, ook als dit naar zijn aard te vergelijken is met huishoudelijk afval (zoals bijvoorbeeld bij kantoren). Het CDNI maakt op dit punt dus dezelfde keuze als de Nederlandse wetge- ver”, aldus minister Schultz op de vraag van Tweede Kamerlid Farshad Bashir (SP) waar- om de minister het huisvuil op een schip onder bedrijfsafval schaart.


H


et Tweede Kamerlid stelde onlangs een reeks vragen aan de minister over de huisvuilinzameling in de binnenvaart. Zo wilde hij onder meer ook weten of de minister de


mening deelt, dat wanneer er sprake is van bedrijfsafval, de aanschaf van de producten die tot afval geleid hebben ook onder be- drijfskosten valt en daarmee de btw aſtrek- baar dient te zijn als voorbelasting en de kosten aſtrekbaar van de winst. De minister liet hierop weten “dat een binnenvaart- schipper, die kwalificeert als btw-onderne- mer, recht heeſt op aſtrek van voorbelasting als hij de door hem aangeschaſte goederen en diensten gebruikt voor met btw belas- te handelingen. Dit volgt uit de Europese


BTW-Richtlijn en de Wet op de omzetbelas- ting 1968. De kwalificatie ‘bedrijfsafval’ is voor het bepalen van de omvang van het recht op aſtrek van voorbelasting irrelevant. Een binnenvaartschipper die kwalificeert als ondernemer voor de inkomstenbelas- ting of vennootschapsbelasting, kan kosten in aſtrek brengen die drukken op de baten die hij realiseert met het drijven van de onderneming. Of de in de vraag genoemde kosten kwalificeren als dergelijke kosten, is afhankelijk van de feiten en omstandig- heden”. De minister wees er tevens op dat er voor de schipper zelf of een belangen- vereniging de mogelijkheid openstaat om over de uitwerking in een concrete zaak met de Belastingdienst in overleg te gaan. “De kwalificatie van huisafval als ‘bedrijfsafval’ onder het Scheepsafvalstoffenverdrag is bij die beoordeling in ieder geval niet doorslag- gevend”.


Dubbele kosten


Bashir wilde ook opheldering over het feit dat schippers dubbel moeten beta- len; zowel voor huisvuilinzameling in hun gemeente als op het schip middels het huisvuilabonnement. “Ieder huishouden in Nederland betaalt afvalstoffenheffing in de gemeente waarin men woont. Eigenaren van een tweede huis betalen daarnaast ook in de gemeente waarin dat tweede huis


staat. Ondernemers betalen reinigingsrech- ten voor het zakelijk adres”, aldus Schultz. “Voor de inzameling van overig scheepsbe- drijfsafval (waaronder huisvuil) vanaf het schip kan een vrijwillig huisvuilabonnement afgesloten worden. Men kan er echter ook voor kiezen zijn huisvuil op een andere manier af te voeren en ervoor te betalen via haven- of liggelden. Het afsluiten van een abonnement om langs de Rijksvaarwegen afval te kunnen afgeven, is niet verplicht. Het is een aanvullende dienst, die voorheen gratis was, maar waarvoor men nu moet betalen”.


Abonnementen De minister meldde ook in haar beant- woording op de Kamervragen van Farshad Bashir, dat er nu 397 abonnementen zijn uitgegeven voor huisafval en daarbij nog 37 abonnementen voor Klein Gevaarlijk Afval (KGA). Het aantal afvalcontainers is uitge- breid van initieel 25 tot 35. Een uitgebreider inzamelnetwerk zou een hoger tarief voor het abonnement betekenen.


De beantwoording van alle Kamervragen van het lid Bashir over de huisvuilinzame- ling in de binnenvaart is te lezen via www.tweedekamer.nl/kamerstukken/ kamervragen/detail?id=2015D10376&- did=2015D10376


NVB zal aan de hand van de onderzoeksre- sultaten de gemeenten en havens bewust maken van het feit dat de huidige gehanteer- de binnenhavengeldregeling een drempel kan zijn voor innovatieve bundelingscon- cepten”, aldus Marijke van Haaren, voorzit- ter van de NVB. De NVB wil met haar leden de komende tijd actief aan de slag met de uniformering van havengeldverordeningen, waarbij de nadruk zal liggen op de grondsla- gen en niet zozeer op de tarieven. Wanneer een model voor de havengeldverordening ontworpen is, kunnen de havens hier zelf hun eigen inkleuring aangeven.


Kosten voor havengeld bepalend voor vervoersconcept Operators passen steeds vaker bunde- lingsconcepten toe om containers efficiënter en met hogere betrouwbaarheid te vervoe- ren tussen de zeehavens en bestemmin- gen in het achterland. Deze ontwikkeling betekent wel dat schepen meerdere havens aandoen tijdens een omloop. Het gaat om de verdere ontwikkeling van ‘inland hubs’ en ‘hoppen’ van binnenschepen langs meerdere inland terminals. Daardoor neemt ook de frequentie van de vervoersdiensten toe, waardoor verladers meer mogelijkhe- den krijgen om containers te vervoeren per binnenschip. De lagere kosten en hogere kwaliteit leiden tot groei van containerver- voer via binnenvaart.


Onderzoeksresultaten De landelijke analyse die in opdracht van Connekt is uitgevoerd door STC-NESTRA wijst op een grote diversiteit aan het type heffingsgrondslagen en de hoogte van kos- ten voor operators. Uit analyse van verorde- ningen van gemeenten en havenbedrijven blijkt dat heffingsgrondslagen uiteen lopen tussen berekeningen op basis van ton laad- vermogen of waterverplaatsing van het bin- nenvaartschip, per ton overgeslagen lading, per TEU, per container (vol of leeg), of een combinatie van voorgaande grondslagen. Bij enkele havens leidt dit tot relatief hoge kos- ten voor havengeld bij incidentele overslag van kleine hoeveelheden containers. Het gaat om de havens Amsterdam, Harderwijk, Heerenveen, Hengelo en Meppel. Deze situa- tie vormt een barrière volgens geïnterviewde barge/terminal operators.


u


Het volledige rapport is hier te downloaden als u de e-paper leest.


Cursus Binnenvaart


en Vaarwegen DELFT De Stichting Postacademisch Onderwijs van TU-Delſt organiseert op 3, 4, 10 en 11 juni a.s. de vierdaagse opleiding ‘Binnenvaart en Vaarwegen’.


Deze opleiding is vooral bedoeld voor degenen die beroepsmatig met de binnenvaart en vaar- wegen te maken hebben, zoals: * medewerkers en projectleiders bij ingenieurs- bureaus, consultants, rijksoverheid, provincies, gemeenten, havenbedrijven en waterschappen * (beleids)medewerkers van binnenscheepvaart ondernemingen * (beleids)medewerkers van andere logistieke dienstverleners in scheepvaart en transport Na afloop hebben de cursisten een actueel inzicht in de belangrijkste thema’s en de potentie van de binnenscheepvaart, technische kennis met betrekking tot vaarwegen en vaarwegge- bruik en inzicht in de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen, nationaal en internationaal. Ook logistiek en duurzaamheid komen aan de orde. De opleiding bevat een kleine twintig modules en wordt gegeven door professionals uit bedrijfs- leven en overheid. Aspecten van beleid, techniek en praktijk komen aan bod. Een bezoek aan de Rijkswaterstaat-Verkeerscentrale in Dordrecht plus een aantal uren ‘shiphoppen’ op binnen- vaartschepen zijn onderdeel van het programma. Nadere informatie is te vinden op: http://www.pao-tudelſt.nl


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34