COLUMN WATER TANKEN
Rite de passage V
raag een camperaar naar zijn grootste ergernissen en de top 3 bevat minimaal twee keer
DEZE HOOGOPGELEIDE AMATEUR HAD EEN
OVERSCHOT VAN ZO’N 32 LITER WATER LANGS HAAR PLINTEN NODIG VOOR EEN LEVENSLES
water. Lekkende dakramen, kapotte reservoirs, natte sokken. Als je nooit in een vochtig bed hebt geslapen of met je favoriete trui de straaltjes water van de muren hebt gedept, kun je je afvragen of je wel een echte campe- raar bent. Het is een rite de passage die we allemaal ondergaan. Ik kan me de waterkraan waarmee ik een echte camperaar werd dan ook nog goed herinneren. Vers uit de start- blokken met een camper vol van eerste keren, maar met een lege watertank. De MacGyvers van mijn buscamper hadden me niet zo lang geleden nog nadrukkelijk voorgedaan hoe ik ‘Jerry’, de jerrycan met krachtige dompel- pomp, moest vullen. Geestig. Maar hoe moeilijk kan het zijn heren, dacht ik nog bij de derde demonstratie. Gewapend met mijn groene gieter en trechtertje parkeer ik schots en scheef naast de idyllische waterkraan op een Spaans pleintje. Iedere camperaar weet dat water tanken een sociale aangelegenheid is, dus terwijl de liters gestaag onder het bed verdwij- nen, klets ik honderduit met reiziger Rick. “Er gaat toch best veel water in zo’n klein tankje hè”, knikken we bewonderend tegen elkaar. Een meer wiskundig camperaar was wellicht al eerder tot de conclusie gekomen dat de 20 liter capaciteit van Jerry al wel
gevuld had moeten zijn na de vijfde gieter van 10 liter. En een meer kundig camperaar had zich wellicht óók gere- aliseerd dat je een camper nooit onder een hellingshoek van 45 graden moet parkeren als je een jerrycan vult. Maar deze hoogopgeleide amateur had een overschot van zo’n 32 liter water langs haar plinten nodig voor die levensles. Het is net het Zwanenmeer. Op steroïden en met vogelgriep. Mijn hou- ten vloer is het decor, de exploderende waterval uit mijn broodlade de weel- derige ballerina en ik de hysterische choreograaf die deze tragische verto- ning probeert te stoppen. Terwijl Rick bijna in zijn broek plast van het lachen, kruip ik hyperventilerend over de vloer met alle handdoeken en kleding die ik te pakken kan krijgen. “Spetter, pieter, pater, Heimans in het water”, piept hij ademloos. Als ik ‘s avonds in mijn klamme bed lig, luister ik naar de symfonie van katoen aan m’n geïmproviseerde waslijn. Mijn favoriete trui is defi nitief geruïneerd, onder mijn vloer vormt zich een nieuw ecosysteem en Jerry is nog steeds leeg. Ik voel me een ware camperaar. Want het is dat universele geluid van druppend water op je duurbetaalde keukenblad dat ons camperaars ver- bindt.
WWW.NKC.NL KAMPEERAUTO 8 - 2023
51
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84