search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
ker als we willen werken aan de verlaging van de CO2


-voet-


afdruk van de productie van melk’, denkt hij . ‘Als we de gene- tische verschillen tussen dieren in beeld kunnen brengen, dan biedt dat grote nieuwe kansen voor de fokkerij .’


Blijven zoeken naar verbetering In maatschap met zij n vrouw Pauline en dochter Maryse houdt Nieuwenhuizen een 140-tal melkkoeien en 100 stuks jongvee op 60 hectare grond. Naast het melkvee- en fokbedrij f exploiteert de familie een landwinkel en diverse accommoda- ties voor plattelandsrecreatie. In het boekjaar 2016-2017 reali- seerde de veestapel een gemiddelde productie van 12.479 kg melk met 4,16% vet en 3,42% eiwit. De actuele melkgift van de koeien – die met robots worden gemolken – ligt, met een bsk van 60, nog op een iets hoger niveau. Hij mag dan inmiddels gelden als een nestor, de fokker van bewezen Newhousekoeien en -stieren blij ft zoeken naar moge- lij kheden om zij n veestapel genetisch te verbeteren.


Boerenkoeien met gemiddelde maten ‘In ons fokdoel staan bedrij fseconomische kenmerken voorop’, legt de veehouder uit. ‘Ook onze stiermoeders zij n gewone boerenkoeien met gemiddelde maten, die bij iedereen in de


stal zouden passen. Grote en zware koeien die maar blij ven vreten, zij n mooi. Maar ze zij n niet effi ciënt als ze daar geen extra melk voor teruggeven’, stelt hij op basis van zij n jaren- lange ervaring.


Dat er tussen individuele koeien grote verschillen zij n in voer- effi ciëntie, stond voor Nieuwenhuizen al lange tij d vast. En hij is er altij d zeker van geweest dat deze verschillen voor een belangrij k deel genetisch zij n bepaald.


Blij met cijfers De fokker is dan ook enthousiast over de nieuwe fokwaarde ‘besparing voerkosten voor onde rhoud’ (zie kader). ‘Tot voor kort moest ik zelf een inschatting maken van de vererving van de voereffi ciëntie van stieren’, legt hij uit. ‘Het is mooi dat er nu cij fers beschikbaar zij n. Daar kan CRV niet genoeg aan- dacht aan besteden’, vindt Nieuwenhuizen. ‘Overigens is voereffi ciëntie geen kenmerk om je blind op te staren’, geeft de fokker aan. ‘We willen natuurlij k geen koeien fokken die melk geven ten koste van hun eigen gezondheid’, legt hij uit. ‘Daarom blij f ik kij ken naar het totale verervings- patroon. Er zij n gelukkig genoeg stieren die laten zien dat het mogelij k is om koeien te fokken die effi ciënt, gezond én duurzaam zij n.’


Jan Nieuwenhuizen: ‘Grote en zware koeien die blijven vreten, zijn mooi. Maar ze zijn niet effi ciënt als ze daar geen extra melk voor teruggeven’


veeteelt FEBRUARI 1 2018


37


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56