kg


ras HF8


HF4 - BS4 HF4 - JER4 HF4 - FLV4 HF4 - MRIJ4 HF4 - MON4 HF4 - NRB4 HF4 - ZRB4 HF - BS - JER HF - BS - FLV HF - BS - MRIJ HF - BS - MON HF- BS - ZRB HF - FLV - NRB HF - MON - ZRB HF - FLV - MRIJ


melk


659.034 5.967 393


13.284 1.909 4.595 2.664 5.388 414


1.300 707


2.317 2.102 1.522 1.037 1.725


7.690 7.380 6.864 7.261 6.580 7.390 7.484 7.098 6.914 6.991 6.780 7.189 7.146 7.178 7.068 6.718


% vet


4,25 4,35 4,86 4,33 4,42 4,30 4,36 4,51 4,62 4,34 4,45 4,38 4,42 4,30 4,42 4,41


% eiwit


3,48 3,53 3,63 3,50 3,58 3,51 3,49 3,51 3,65 3,56 3,57 3,50 3,53 3,51 3,52 3,57


kg vet


327 321 334 314 291 317 326 320 320 303 302 315 316 309 312 296


kg eiwit


268 261 249 254 236 259 261 249 252 249 242 251 252 252 249 240


kg


v.+e. 595


582 583 568 527 576 587 569 572 552 544 566 568 560 561 536


2,00 1,80 1,84 1,76 1,80 1,70 1,80 1,80 1,67 1,70 1,80 1,74 1,77 1,80 1,70 1,76


399 388 392 382 388 387 385 384 386 380 395 388 385 380 389 385


38 34 46 33 41 35 36 42 39 31 41 34 31 33 40 37


85 71 98 71 91 80 82 87 85 76 81 72 71 72 87 76


Tabel 1 – Productie-, gezondheids- en gewichtsgegevens van de eerste lactatie van kruislingdieren in Nederland en Vlaanderen HF =holstein, BS = brown swiss, JER = jersey, FLV =fleckvieh, MRIJ = mrij, MON = montbéliarde, NRB = Noors roodbont, ZRB = Zweeds roodbont


liggen dan bij dieren uit een tweewegkruising. De vruchtbaar- heid is in elk geval flink verbeterd ten opzichte van holstein. Het celgetal en het percentage subklinische mastitis – getallen afkomstig vanuit de mpr – zijn bij de dieren van een drieweg- kruising niet per definitie lager dan bij dieren uit een tweeweg- kruising. Wel scoren kruislingen voor uiergezondheid over het algemeen beter dan de raszuivere holsteindieren, al geldt dat niet voor de combinatie holstein-jersey.


De cijfers in de tabel zijn cijfers uit de praktijk, het zijn zoge- noemde fenotypische cijfers. Dat betekent dat het management op de bedrijven die kruisen, invloed heeft op de cijfers. ‘Er zijn beslist kruisingsbedrijven die wat kilogrammen vet en eiwit betreft per koe meekunnen met holsteinbedrijven. Maar dik- wijls zijn de omstandigheden op kruislingbedrijven dusdanig afwijkend dat een hoge productie nastreven niet zinvol is. Daar moet je wel rekening mee houden bij het bekijken van de cij- fers’, aldus Gieling. Hij geeft aan dat om op rasniveau te vergelij- ken, veehouders beter kunnen werken met fokwaarden. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de fokwaarden van populaire, dochtergeteste fleckviehstieren als Wobbler en Remmel. Zij scoren respectieve- lijk 163 en 203 euro voor Inet op roodbontbasis en kunnen zich daarmee prima meten met roodbonte holsteinstieren.’ Gieling verwacht dat er perspectief is en blijft voor kruisen. Vooroordelen dat kruisen zorgt voor te veel variatie in de veesta-


pel of achterblijvende fokprogramma’s van andere rassen zijn volgens hem maar ten dele waar. ‘Als je blijft kruisen, wordt de veestapel in de loop van de jaren uniformer. Dat hangt ook van de stierkeuze af, maar als je de betere stieren kiest die bij je fokdoel passen, ga je absoluut vooruit.’


Serieuze fokprogramma’s Vanuit het eigen holsteinprogramma ziet Gieling dat dochters met Atlanticbloed vaak goed passen op kruisingsbedrijven, omdat de Ramoszoon productie, maar ook gezondheid en levensduur inbrengt. ‘Onderschat internationale fokprogram- ma’s van de andere melkveerassen niet. Alleen al in Europa lopen elf miljoen dubbeldoelkoeien. Daar zitten serieuze orga- nisaties achter met fokprogramma’s die niet onderdoen voor die van holstein.’


De nieuwe cijfers van de kruislingdieren tonen volgens Gieling aan dat via kruisen specifieke raseigenschappen snel verankerd worden in een veestapel. ‘Kruisen toont de mogelijkheden van wat je met fokkerij allemaal kunt doen. Boeren die kruisen, zoeken koeien die langer meegaan. Een vervangingspercentage dat lager ligt dan 20 procent is bij hen heel normaal. Met zo’n lage vervanging houd je extra ruimte over om Belgisch wit- blauw in te zetten en kan de jongveebezetting omlaag. Dan past kruisen juist weer heel goed bij de nieuwe fosfaatwetgeving.’ l


143 152 135 156 149 154 144 147 142 154 150 150 144 149 151 153


4,4 5,0 4,2 5,7 5,3 5,4 4,9 5,0 4,9 5,6 5,3 5,2 4,8 5,6 5,3 5,9


CRV-Kruisingsdag


Op zaterdag 16 september organiseert CRV een kruisings- dag in Denekamp. Veehouders vertellen er over hun erva- ringen met kruisen, er zijn kruisingsgroepen en een aantal bedrijven met kruislingdieren zijn te bezoeken.


Meer info www.crv-kruisingsdag.com


Samenvatting


– In 2016 lag het percentage eerste inseminaties met overige melkveerassen in Nederland op 7,6 procent.


– Tweewegkruislingen scoren beter op gezondheids- kenmerken dan raszuivere holsteindieren.


– Driewegkruislingen scoren beter voor gezondheid dan tweewegkruislingen, maar zijn niet beter voor productie.


veeteelt SEPTEMBER 1 2017


9


aantal dieren


inseminatie- getal


tussenkalftijd


% subklinische mastitis


celgetal


karkasgewicht stierkalveren


bevleesdheid stierkalveren


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56