SPECIAL MAATSCHAPPELIJKE WAARDERING
2 3 4 5 6 7
0 1
2012
2014 jaar
2016
Figuur 1 – Maatschappelijke waardering voor de melkveehouderij (1 = negatief en 7 = positief) (bron: Agrifoodmonitor Wageningen Economic Research)
2 3 4 5 6 7
0 1
2014 jaar
Figuur 2 – Betrokkenheid bij de melkveehouderij (1 = lage betrokkenheid en 7 = hoge betrokkenheid) (bron: Agrifoodmonitor Wageningen Economic Research)
tweejaarlijks meer dan 3000 Nederlanders geënquêteerd. ‘De maatschappelijke waardering geeft inzicht in hoe burgers tegen sectoren aankijken. Anders gezegd: welk beeld hebben ze? Dit drukken we uit in een cijfer, zodat we ontwikkelingen over de jaren heen kunnen volgen en verschillende sectoren met elkaar kunnen vergelijken’, legt Marleen Onwezen uit. ‘Daarnaast doen we onder- zoek naar de factoren die de maatschappelijke waarde- ring bepalen. Op deze manier laten we niet alleen zien hoe een sector ervoor staat, maar geven we ook inzicht
2016
2 3 4 5 6 7
0 1
2012
2014 jaar
2016
Figuur 3 – Reputatie van de melkveehouderij (1 = lage score voor reputatie en 7 = hoge score voor reputatie) (bron: Agrifoodmonitor Wageningen Economic Research)
in de manier waarop het maatschappelijk draagvlak kan worden beïnvloed’, aldus de onderzoekster. Uitgedrukt op een schaal van 1 tot 7 scoorde de melkvee- houderij in de Agrifoodmonitor van 2016 gemiddeld een maatschappelijke waardering van 5,11. Dit is iets boven het midden van de schaal, ofwel licht positief. ‘Burgers staan over het algemeen niet negatief tegenover de melkveehouderij, maar ook niet uitgesproken positief’, concludeert Onwezen. Als een vergelijking wordt ge- maakt met sectoren buiten de landbouw, dan hoort de
Henrie en Mieke van Hersel: ‘Kinderen hebben hun mening nog niet gevormd’
‘Als alle kinderen na een les bij ons op de boerderij nooit meer vergeten dat al het voedsel dat in de winkel ligt, begint op de akker van de boer, dan hebben we voor ons maatschappelijk draagvlak al veel bereikt’, vindt Henrie van Hersel. Samen met zijn vrouw Mieke ontvangt hij jaarlijks tientallen groepen basisschoolleerlingen op hun melk- veebedrijf ’t Boterik. ‘Een les op de boerderij is meer dan een rondleiding’, vertelt de vee-
30 veeteelt SEPTEMBER 1 2017
houder. ‘We laten de kinderen “belevend leren” door ze niet alleen te laten zien en horen, maar ook door ze te laten voelen, ruiken, proeven en doen. Zo blijven de erva- ringen veel beter hangen’, merkt hij. Het bedrijf van de familie Van Hersel ligt vlak bij de bebouwde kom van het dorp Oirschot en Henrie en Mieke hebben drie kinderen. Zo kregen ze al regelmatig jonge bezoekers op het erf. Tien jaar geleden startte ZLTO het initiatief ‘Klasseboeren’, om boerderijeducatie te professionaliseren. Melkveebedrijf ’t Bote- rik was een van de deelnemers van het eer- ste uur. ‘Aanvankelijk dachten we dat het aanbieden van lessen uit zou kunnen groeien tot een leuke tweede tak. Maar eerlijk gezegd staat tegenover onze inspanningen een ma- tige financiële vergoeding’, bekent Van Her- sel. Het weerhoudt de Klasseboeren er niet van om vol enthousiasme door te gaan. ‘We merken dat het werkt. Kinderen hebben hun mening nog niet gevormd en staan open voor ons verhaal. Als ik uitleg waarom een
kalfe niet bij de koe kan blijven, dan begrij- pen ze dat allemaal’, ervaart de veehouder, die alles op zijn bedrijf open en eerlijk toont. ‘We hebben niets te verbergen. Een koe die platligt met melkziekte verstop ik niet, maar ik vertel: “We hebben goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat er vannacht een kalfe is geboren en het slechte nieuws is dat de moeder nu ziek is. Maar de dierenarts komt zo kijken.” Als je het zo vertelt, reageert niemand negatief’, geeft hij aan. Sterker nog: ‘We krijgen complimenten omdat we zo goed voor onze koeien zorgen.’
Een ochtend op de boerderij is voor kinderen uit de stad een onvergetelijke ervaring, mer- ken de Van Hersels. ‘Laatst kwam er toevallig een jongen van een jaar of twintig uit Eindho- ven aan de deur’, geeft Henrie als voorbeeld. ‘Hij bleek tien jaar geleden met zijn klas bij ons te zijn geweest en wist nog precies te vertellen wat hij toen had gezien. Reken maar dat al die ervaringen van kinderen goed zijn voor ons imago.’
waardering
betrokkenheid
reputatie
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56