Sponsoring van voetbalteam levert langs de lijn soms leuke gesprekken op


Negen melkveehouders uit de omgeving van Beilen zijn gezamenlijk officieel sponsor van een team van de plaatselijke voetbalclub Fit Boys. Een koe met een vrolijk wapperende staart en de slogan ‘Melk scoort! Melkvee- houders Fit Boys’ siert sinds drie jaar het shirt van de D-junioren. Tijmen Nagel, eigenaar van een bedrijf met 180 melkkoeien, is nog steeds enthousiast over het initiatief. ‘Het is een leuke manier om in beeld te komen’, vindt hij. ‘De opbrengst van deze manier van


sponsoren is natuurlijk niet uit te drukken in geld. Maar het is zeker goed voor het imago van onze bedrijven. Als sponsor spelen we ons positief in de kijker en geven we tegen- gas aan negatieve publiciteit over de sector’, stelt Nagel. Zijn zoon Rens (11) speelt ook in het team en de veehouder staat dan ook regelmatig langs de lijn. ‘Toeschouwers rea- geren nog wel eens verrast op de opmerke- lijke sponsor’, ervaart hij. ‘Dat levert soms leuke gesprekken op.’


dieren’, denkt Dirk Bruins, veehouder in Dwingeloo en bestuurslid van LTO Melkveehouderij. ‘Maar veel burgers hebben een verouderd, romantisch beeld van de melk- veehouderij. Dat klopt niet altijd meer met de werkelijk- heid. De sector is in de loop van de jaren minder zicht- baar geworden, bijvoorbeeld omdat boerderijen uit het dorp zijn verdwenen. Bedrijven zijn tegelijkertijd snel gegroeid, gemechaniseerd en geautomatiseerd. Op het moment dat die werkelijkheid zichtbaar wordt, zorgt dat voor spanning en een deuk in het vertrouwen’, ana- lyseert Bruins de situatie. ‘Direct of indirect heeft dat effect op het beleid waarmee we te maken krijgen.’ De bestuurder is ervan overtuigd dat de melkveehoude- rij naar de samenleving toe een sterk verhaal heeft. ‘Maar we vergeten wel eens dat verhaal te communice- ren en de goede beelden naar buiten te brengen’, consta- teert hij. ‘Neem de discussie over natuurinclusieve land- bouw. Die roept de suggestie op dat boeren nu helemaal niet met natuur bezig zouden zijn of bewust dingen verkeerd doen. Voor melkveehouders is het echter zo normaal om respectvol met natuur om te gaan dat we vergeten om hierover te communiceren’, aldus Bruins. Hij ziet het als een taak voor LTO als belangenbehartiger, maar ook als een opdracht voor iedere individuele melk- veehouder om de goede beelden naar buiten te brengen. ‘Ik ben nog nooit een burger tegengekomen die negatief reageert als ik vertel hoe wij op ons bedrijf te werk gaan’, spreekt Bruins uit eigen ervaring. ‘Maar,’ zo voegt hij er aan toe, ‘dit is niet het hele verhaal. Communice- ren is ook luisteren. We zullen, waar mogelijk, rekening moeten houden met de wensen van onze omgeving. Ik merk dat dit bij sommige collega’s weerstand oproept en dat ze de bemoeienis ervaren als “boertje pesten”. Maar we zouden als LTO geen goede belangenbehartigers zijn als we met signalen uit de samenleving niets zouden doen.’


Niet in de hoek Ook Guy Vandepoel, hoofdbestuurslid van de Vlaamse Boerenbond en voorzitter van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), benadrukt dat het belangrijk is dat de agrarische sector realistische beelden


blijft tonen. ‘Veel burgers zijn vervreemd van het pro- ductieproces in de veehouderij. Het dier wordt vaak vermenselijkt, maar een veehouder is ondernemer en zal economisch moeten handelen. Daar gaat het schoentje wel eens wringen’, stelt hij. De discussie rondom maatschappelijke waardering speelt ook in Vlaanderen, maar wordt daar op dit mo- ment vooral nog gevoed door meer activistische groepe- ringen, geeft Vandepoel aan. ‘Kritiek op de veehouderij sijpelt van het noorden langzaam naar het zuiden’, con- stateert de bestuurder. Als voorbeeld wijst hij op recente discussies over keizersneden. Tot voor kort werd hier in Vlaanderen nog nauwelijks over gesproken. De belangenbehartiger benadrukt dat het behoud van een goed imago een voortdurend aandachtspunt moet zijn. ‘Maar we hoeven ons niet in de hoek te laten druk- ken door kritiek van maatschappelijke groeperingen die veel lawaai maken, maar slechts een beperkt deel van de bevolking vertegenwoordigen’, vindt hij. ‘We leggen als Boerenbond ons oor beslist te luisteren in de samenle- ving, maar we stellen ons ook proactief op. Koeien wor- den genoemd als veroorzakers van klimaatverandering. Maar de melkveehouderij kan ook een belangrijke bij- drage leveren aan de oplossing van het probleem’, geeft Vandepoel als voorbeeld. ‘Het is belangrijk dat we vooral dat positieve aspect uitdragen.’


Werken aan speelruimte


Bestuurders van de coöperatie FrieslandCampina gaan komend najaar de boer op om de toekomstvisie te be- spreken met de leden. Het zullen geen gemakkelijke vergaderingen worden, realiseert voorzitter Frans Keu- rentjes zich. ‘Voor een deel van de veehouders is het nog zeker niet vanzelfsprekend dat hun zuivelcoöperatie zich bemoeit met zaken als de zorg voor dieren, natuur en klimaat. Maar het is wel noodzakelijk dat we deze discussie nu voeren en beleid maken voor het behoud van maatschappelijk draagvlak’, benadrukt hij. ‘We staan er in de publieke opinie nu nog goed voor en heb- ben veel in eigen hand. Als we wachten tot de politiek eisen gaat stellen, verliezen we de grip en raken we onze speelruimte kwijt.’ l


veeteelt SEPTEMBER 1 2017 33


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56