quista in de staat Minas Gerais is enorm gedreven en legt uit dat het principe van no-till betekent dat de grond niet tot nauwelijks wordt bewerkt. Dat voorkomt uit- en afspoeling van vruchtbare grond op de glooiende akkers. ‘Mijn vader, die in 1959 vanuit Hongkong naar Brazilië emigreerde, was een van de eersten in de regio die dat toepaste’, zo meldt Ma zichtbaar trots. Dat de gewassen zo gezond zijn, komt volgens Ma ook door de inzet van de Zwitserse bioactivator Penergetic, een biologisch product dat het bodemleven stimuleert. Ma is er al een aantal jaren importeur van voor Brazilië. ‘We telen 3000 hectare aan gewassen en dankzij de bio- activator zijn we teruggegaan van 1500 ton kunstmest naar 400 ton op jaarbasis, zonder opbrengstverlies. Dat is waar de wereld naartoe wil: landbouwbedrijven met een lage milieu-impact.’
De groep verse koeien loopt in een diepstrooiselstal
N
ormaal gesproken ben ik niet zo snel bang van andermans rijstijl. Maar nu ben ik toch opge- lucht dat ik even uit kan stappen als Jônadan Ma zijn grote pick-uptruck de wegberm in stuurt en stopt. De weg van de Braziliaanse stad Uberaba naar het lande- lijk gelegen dorp Conquista zat de laatste 20 kilometer vol gaten en scherpe bochten, maar dat belemmerde de overenthousiaste ondernemer Ma niet om met volle snelheid te blijven rijden. Hij stapt de auto uit en wijst naar een rij jonge bomen in een maisveld. ‘Dit is mijn jongste project: agroforestry. We combineren hier de teelt van bomen met de productie van mais, gras en het houden van vee. Gezamenlijk levert dat meer op dan de drie teelten apart. Stap in, dan gaan we verder.’ Voordat ik ‘Ja, maar…’ kan zeggen, zitten we alweer in de auto en racen we verder. ‘Zie je de soja? Kijk hoe ge- zond het gewas erbij staat. Sinds 1982 werken we hier volgens de “no-till-methode” en dat werpt echt zijn vruchten af.’
Jônadan Ma is in zijn enthousiasme niet te stoppen en blijft praten. De Braziliaanse melkveehouder uit Con-
En voort gaat het. De fotograaf, die ons volgt met een eigen huurauto, is in geen velden of wegen meer te be- kennen en ik hoop maar dat hij de weg nog vindt. Geluk- kig is daar de oprijlaan met een bedrijfsbord met daarop de naam van het bedrijf: Boa Fé, het melkveebedrijf van Ma. ‘Weet je wat de naam betekent?’, vraagt Ma als we vaart minderen. Jônadan Ma wacht het antwoord niet af: ‘In goed vertrouwen. Dat is wat we in al onze activiteiten willen uitstralen.’ Ik glimlach terug en houd me nog maar eens stevig vast als we over een hobbel stuiteren. Boa Fé is tijdens de autorit erg van toepassing.
Fan van vrijloopstal
De oprit voert naar een bedrijvencomplex van stallen, loodsen en schuren. We rijden via een laan met aan weerszijden overkappingen, waar jonge kalveren onder schuilen. Lange, spikkelbonte koeien met grote oren staan verderop loom in de zon, maar de meeste koeien lopen in twee imposante stallen.
‘In deze stallen huizen nu 380 melkkoeien die dagelijks een tank van 10.000 kg melk moeten vullen. Volgend jaar moeten dat 600 koeien zijn die 18.000 kg melk per dag produceren, in 2020 reken ik op 1000 koeien en een dagproductie van 30.000 kg melk.’ Wie met Jônadan Ma praat, weet dat zo’n flinke groei- spurt in een paar jaar tijd geen loze woorden hoeven te zijn. De melkveehouder is een echte ondernemer, die overigens niet alleen in de melkveehouderij zijn geld verdient. Samen met drie broers heeft hij 3000 hectare
veeteelt SEPTEMBER 1 2017 41
Jônadan Ma
investeert graag in nieuwe technologie en teelten
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56