die daling te achterhalen en automatisch de regeling bij te sturen. Bij dat onderzoek was onder meer ABB, maar ook het Zuid-Afrikaanse chemiebedrijf Sasol be- trokken. De chemie zoekt wel degelijk naar manieren om zijn data beter te ontsluiten. Het onderzoek waar we volgend jaar aan gaan wer- ken gaat nog veel verder en kijkt niet alleen naar hoe interne processen elkaar beïnvloeden, maar ook naar hoe de deelsystemen interfereren met andere syste- men, zoals bijvoorbeeld utilities, op de site. We kijken op fundamenteel niveau naar dynamische netwerken, hun onderlinge connecties en feedback. Maar uitein- delijk is het wel degelijk de bedoeling de verbinding te maken met de praktijk van de industrie.’ Waar zowel Jongsma als Van den Hof de grootste kansen ziet voor Smart Industry-toepassingen, is de nieuwe chemie. Jongsma: ‘De bulkchemie werkt nog redelijk rechttoe rechtaan. Men mengt grote hoeveel- heden chemicaliën, stopt er veel warmte bij waarna de reactie zo veel mogelijk in stand wordt gehouden. Door procesintensivering met kleinere reactoren, zoals bijvoorbeeld de spinning disk-reactor, kan je de reactie veel beter sturen. Ook kun je processen veel beter integreren of bijvoorbeeld opdelen in een voor- en een naproces. Door die intensivering ontstaan er wel tijdelijk hogere drukken en temperaturen en een fijnere verdeling van temperatuurranges. Om zo’n proces goed te laten verlopen heb je andere sensoren nodig dan degenen die we nu gebruiken. Ze moeten sneller informatie kunnen verzamelen en analyseren om snel te kunnen reageren op veranderende proces- omstandigheden.’ Van den Hof: ‘Nieuwe type reactoren hebben vaak veel vrijheidsgraden in de operatie waardoor je het reactieverloop beter kunt sturen en beheersen. In een buisreactor is het mogelijk om op meerdere plekken
Datavisualisatie
Emerald Kalama maakt diverse producten voor met name de voedingsmiddelenindustrie op basis van tolueen. Het bedrijf had een pompinstallatie die bij tijd en wijle problemen gaf en vroeg huisleverancier ENGIE Services of het een oplossing had. Een antwoord kwam in de vorm van het zelf ontworpen softwarepak- ket Davis. ‘De eerste stap was om te bepalen welke procespara- meters iets zouden kunnen zeggen over de conditie en werking van de pomp, of eigenlijk: de pompen. De pomp was namelijk redundant uitgevoerd’, zegt Perry van der Meijden van ENGIE. ‘We kwamen uiteindelijk op een zestal parameters die ons de juiste informatie gaven. Zo keken we naar het vloeistofniveau van een destillatiekolom die vóór de pomp in het proces geplaatst is. Uiteraard keken we ook naar de temperatuur, de druk en de flow van de pomp. En we keken naar de status van de pomp: of hij aan of uit stond. Soms draaide namelijk maar een van de twee pompen. Toen we de parameters hadden bepaald konden we vervolgens nadenken over een model dat de samenhang tussen de verschil- lende parameters beschrijft. Om afwijkingen te kunnen vinden, moet je het model eerst inlezen met data over een periode dat
de pomp optimaal presteert. Hoewel de leverancier van de pomp uiteraard cijfers over de levensduur kan overhandigen, blijkt in de praktijk dat er vaak teveel afwijkingen van het standaardgebruik zijn om daar betrouwbare voorspellingen mee te kunnen maken. Het scheelt bijvoorbeeld al wat voor soort product je verpompt, maar ook of je de pomp constant belast of hem regelmatig op- en afschakelt. Na voltooiing van het model, vergeleken we de data met de me- tingen tijdens een periode waarin de pomp slechter presteerde. Het bleek dat de gegevens die we uit de procesdata destilleerden precies overeenkwamen met de daadwerkelijk gemelde proble- men met de pomp. De oorzaak van het onvoorspelbare gedrag van de pomp lag in het feit dat hij structureel met een te laag debiet draaide. De pomp was dermate overgedimensioneerd dat hij heel veel product verpompte dat vervolgens moest worden gesmoord met een klep. Dankzij Davis zag men dat het peil van de destillatiekolom op sommige momenten heel snel zakte en dat de druk aan de andere kant van de pomp vervolgens behoor- lijk opliep. De beste oplossing was dan ook de pomp te vervan- gen voor een kleiner model.’
8
| nummer 4 | 2016
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48