Smart Industry FME-voorzitter Ineke Dezentjé praat ons bij
Smart Industry: stand van za I
We zijn nu zo’n anderhalf jaar verder, sinds de lancering van de Actieagenda Smart Industry. Smart Industry is uiteraard niet alleen een agenda, maar veel meer de manier waarop we vanaf dit moment met onze industrie zullen omgaan. Een nieuw paradigma dus. Er is ook kritiek op Smart Industry. Hoogste tijd om eens bij te praten met de aanjager van het initiatief.
Joeri van der Kloet
n het interview met VVD-Kamerlid Michiel van Veen in Process Control 1 van 2016 beschreven we de moeite die we als redactie hadden moeten onder-
nemen om praktische resultaten van Smart Industry met eigen ogen te kunnen zien. Dat, gecombineerd met kritische opmer- kingen van mensen uit de sector dat Smart Industry vooral goed zou zijn voor logo’s, maakte het lastig om inzicht te krijgen in het succes van de campagne. Prompt na het verschijnen van Porcess Control 1 met het bewuste interview, werden we benaderd door de persvoorlichter van FME’s voorzitter Ineke Dezentjé. Of we nog een keer langs wilden komen om de stand van zaken te bespreken. Nog voordat er goed en wel een afspraak was gemaakt, gingen we langs bij het fi eldlab in Ypenburg en een num- mer later verscheen er een verhaal over het Campione fi eldlab. Hoewel we inmiddels dus ook al zelf hadden kunnen zien wat er allemaal in praktijk gaande is, vertelt Ineke Dezentjé ons graag alsnog persoonlijk waar we staan met Smart Industry.
ICT-skills “We hebben het eerste volle jaar achter de rug en ik ben er blij mee wat we nu tot stand hebben gebracht. Om meteen maar even op de kritiek in te gaan: we komen van niks. We begonnen letterlijk met een leeg A4’tje. We hebben nu tien fi eldlabs die daadwerkelijk in bedrijf zijn. Dat is meer dan gehoopt, en we hebben daar een heel belangrijk fi eldlab aan kunnen toevoegen: het fi eldlab sociale innovatie. Dit fi eldlab is opgezet met minister Ascher, CNV, FNV en andere partijen en met dit fi eldlab gaan we kijken naar de transitie van oude banen naar nieuwe banen en hoe je er voor zorgt dat er niemand aan de kant komt te staan.”
Want dat er wat gaat veranderen staat vast. Veel werk waar nu ‘handjes’ voor nodig zijn, zal verdwijnen. Maar er komt werk voor
12 | nummer 4 | 2016
in de plaats. De vraag is alleen: kunnen de werknemers met die oude banen die nieuwe banen overnemen? “Daar gaat het fi eldlab dus heel goed naar kijken. Het uitgangspunt is dat we niemand aan de kant laten staan. Daar hebben we als land namelijk een enorm belang bij. Simpelweg omdat men- sen die geen werk hebben, wat al triest ge- noeg is, ook nog eens heel veel geld kosten. Dat kunnen we met z’n allen niet opbren- gen. Daar staat tegenover dat we heel veel werk naar Nederland gaan halen, omdat dat hier straks weer kan. Hoe gaan we dat doen? Om te beginnen willen we massaal inzetten op het omscholen van mensen. We hebben daarvoor het persoonlijk opleidings budget in het leven geroepen. Vanaf nu is een leven lang leren geen uitzondering meer, maar is het de normaalste zaak van de wereld. Dat kan ook niet anders. Als jij een opleiding in de techniek hebt gedaan en je werkt vervol- gens ergens tien jaar, kan ik je nu al op een brief e meegeven dat wat je op je opleiding leerde, inmiddels achterhaald is. Je zult dus als werknemer de verantwoordelijkheid voor je waarde op de arbeidsmarkt moeten nemen. Werkgevers moeten daar ook aan bijdragen, want die hebben er weer belang bij dat er überhaupt werknemers zijn.” Klinkt op zich mooi, maar is het niet zo dat door het hoogtechnologische karakter van de nieuwe industrie er alleen nog maar be- hoefte is aan hoog geschoold personeel? “Nee”, meent Dezentjé. “Er zal altijd behoefte zijn aan handjes. Er moeten ook mensen zijn die producten klaarleggen voor robots, of in de bijbehorende service industrie aan het werk kunnen. Die blijven dus nodig. Ik ver- wacht dat de grootste klappen juist onder de witte boorden gaan vallen: administratie, banken, verzekeraars, zelfs onder de advoca- ten. Je moet je ook realiseren dat veel meer mensen dan nu te maken gaan krijgen met ICT-skills. Of je nu boer of verpleegster wilt worden, het hoort er gewoon bij.”
Vliegwiel Naast de tien Fieldlabs die inmiddels draai- en, staan er twintig nieuwe Fieldlabs ‘in de
wacht’. “Er zijn nog veel meer partijen die te kennen hebben gegeven dat ze mee willen doen en dat ze interessante projecten heb- ben. Je kunt echt wel spreken van een vlieg- wiel. Wij bepalen niet als Smart Industry bu- reau of die projecten doorgaan. Er worden verzoeken ingediend, bijvoorbeeld voor de EFRO-gelden, en vervolgens wordt de aan- vraag aan de criteria getoetst. Namelijk of het plan leidt tot een radicale vernieuwing, of er sprake is van een exportproduct, of er voldoende MKB-bedrijven bij betrokken zijn, enzovoorts. Pas dan wordt besloten of er een bijdrage voor het initiatief kan wor- den toegekend.”
Veiligheid Een van de pijlers van Smart Industry is big data. Maar het hebben van data is iets an- ders dan het beschikken over informatie. Want wie gaat van die enorme brij gegevens iets maken waar we wat aan hebben? “Klopt”, zegt Dezentjé. “Er is een enorm te- kort aan econometristen, wiskundigen en andere mensen die echt iets met die big data kunnen. ook hier moeten we kijken naar omscholing, mits je al een bepaalde basiskennis hebt, maar het belangrijkste is dat we een techniekpact hebben. Daarin hebben we jaren geleden afgesproken dat het aantal jongeren dat in een technische opleiding instroomt, verhoogd moet wor- den van twee op de tien, naar vier op de tien. We zitten nu inmiddels op drie op de tien en de ontwikkeling gaat de goede kant op. Over vier jaar moeten we op die vier zit- ten. Op korte termijn hebben we echter nog steeds een probleem. Daarvoor moeten we nu dus vaak mensen invliegen om toch aan die werknemers te komen. Dat is overigens niet uniek voor Nederland, je ziet dit overal in Europa. Hoewel het tekort natuurlijk een onprettige situatie oplevert, zorgt het er ook voor dat bedrijven op zoek gaan naar sterke partners en dat is nu juist weer een goede ontwikkeling. Een goed voorbeeld daarvan is onze samenwerking met defensie. In de industrie hebben we IT-specialisten in huis, zij het vrij schaars. Defensie heeft de kennis,
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48