PS2 kind
Angstvallig bekijken ouders het roostervoor het nieuwe schooljaar: hoeveel studiedagen zijn er
nu weer ingeroosterd? MAAIKE LUTTIKHUIS
Lerareninde schoolbank
tuur,” zegt eendocenteDuitsvan eenscholengemeenschapinAm- sterdam-West over eencursus die haar school onlangs organiseerde. “Maar binnen de kortstekeren ren- de ik met eengrote wittepapieren kraagommijn nek met mijn colle- ga’s doordeaula.Omte ervarenwat cultureleuitsluitingmet je doet.Ik kreegerdeslappelachvanendacht aan al het nakijkwerk dat thuis nog op me lagtewachten. Zoiets noe- menzeduseen studiedag.” Oudersmet schoolgaande kinde-
‘O
renkennenhetfenomeenstudiedag maar al te goed. Hetbetekent extra oppas regelen of een uitje plannen, want kinderen krijgenvrij van school als de jonderwijzers een stu- diedaghebben.Maarwatzijn dat ei- genlijk,studiedagen?Wat doendie leerkrachtendan? De meestescholeninhet basis- en
voortgezet onderwijsorganiseren eenpaarstudiedagenperjaar.Dat is niet verplicht en er is dan ook geen minimumofmaximumaanhetaan- talstudiedagen dat een school per jaar plant.Als scholen het jaarlijks verplichteaantal lesuren geven, mogenzezogenaamde ‘margeda- gen’ naar eigeninzicht opvullen met andere zaken en vaak organise- renzedan scholingenvoor docen- ten.
Zo’n studiedag ziet er altijdanders
uit,zegtPeggy De Boer,onderwijs- kundige en directeur vaneen Am- sterdamse basisschool. In haar op- tiek zijn er drie pijlers.“In de eerste plaats doenweopeen studiedag vaak praktische dingen, zoalshet inrichtenvan nieuwe hoeken. Ten tweedenemenwevaak nieuweken- nis totons.Dan komt er eeninge- huurde spreker of eenspecialist uit het team zelf, die iets uitlegtwaar de docenten die dagendaarna in hunlessenmeeaandeslagkunnen. En tenslotte moet zo’n dagook al- tijdeen stukje teambuildingbevat-
pzichzelf best nut- tig, natuurlijk. Er kwameenman, die eenpraatjehield over
straatcul-
ten. Eengezellige lunchofeen af- sluitendeborrel is heelgoedvoorde sfeerineen docententeam.” Dethema’s vandestudiedagen lo-
pen dusuiteen. Vaak worden zaken aandeordegesteld die in de school spelen, zoals omgaan met taalach- terstanden, rekenproblemen of hoogbegaafdheid. Soms gaat het ook om meerabstracteonderwijs- concepten, met klinkendenamen als ‘duurzaam leren’ of ‘meervoudi- ge intelligentie’. Of er wordt ge- traind op vaardigheden die een do- cent in huismoethebben: gespreks- technieken of coachingsvaardighe- den. Graagnodigtmenookeen‘goeroe’
uit voor eeninspirerend praatje. En soms is eenstudiedag onderdeel vaneen langertraject,waarmee in meerderestappen onderbegelei- dingvan eenexperthet onderwijs verbeterdwordt. Scholenvindenhet handighet ge-
helelerarenteam tegelijktescho- len, al washet alleen maar omdat schoolleidingenmoeten kunnen aantonen wathun docenten per jaar aan‘deskundigheidsbevorde- ring’ doen. En dusiséén dingopel-
Docentenzitten nietaltijdopzo’n dagtewachten
ke studiedag hetzelfde:deleerlin- genmoeten naar huis,want alledo- centen nemendeel aanhet scho- lingsprogramma. Maar die docenten zitten langniet
altijdtewachten op eenstudiedag, zegt PresleyBergen, bestuurslid vandeVereniging BeterOnderwijs Nederland (BON). BONvindtdat le- rarengenoeg tijdmoeten hebben om zichbezigtehouden met de in- houd vanhun vak. Bergen: “Maar die bijeenkomsten bestaan vaak uit eenhoop geleuter en flauwekul.” Zovertelteenjongekleuterleidster op een basisschool in Amsterdam-
DONDERDAG8JULI 2010
Zuid, dat ze het ideeachterstudie- dageneigenlijk zinvolvindt. “Maar,” zegt ze, “ik vraagmewel eens af of de tijd dieweeraanbeste- den in verhoudingstaat tothet re- sultaat.Elkekeer ben je bijvoor- beeld weer een uurbezigomjevoor te stellen. Laatst moestenwebij wij- ze vankennismakingallemaal een ansichtkaartuit eenset kiezen en vertellen watwedaarbij voelden, om elkaarbeter te leren kennen. Dan denk ik: ik hebook nogheel veel anderwerk liggen,hoor.” DirecteurPeggy De Boer,die ook
als trainster werkzaam is geweest, herkent het wel. “Natuurlijk vraagt eenleerkracht zichafwat het hem of haar oplevert.Endat moet de schoolleidingzichook afvragen. Daarom informeer ik altijd bij mijn leerkrachtenwat zíj willen lerenen probeer ik in goede balansmet de schoolopdracht de studiedagvorm te geven. Ik zorgdat studiedagen re- sultaatgericht zijn, dat we iets ma- kenofontwikkelen dat we aan het eindevandedagaanelkaarkunnen presenteren en meteendevolgende dagindeklassen kunnen gebrui- ken.” Ook ouderszuchten en steunen
als hun kinderenweer eens een dag niet naar school kunnen. De Boer
betrekt oudersdaarom vantevoren in haar jaarplanning. “Oudersvin- denhet bijvoorbeeld vaak prettig als we een studiedagaan eenlang weekend vastplakken, zodat ze een dagjelangeropvakantie kunnen.” Maar ze kanzichvoorstellendat
ouderswel eens denken: laatzedat lekker in hun eigentijddoen. De Boer:“Tegendie ouderszou ik wil- lenzeggendat die dagenechtzinvol zijn, al washet alleen maar vanwe- ge het sociale aspect.Docenten ver- sterken hun onderlinge band en doennieuwe energieop. Dat straalt direct af op de kinderen.”
achttienjarigmeisje als kleuterleid- steropeennonnenschoolenwerkte later op verschillendekatholieke scholeninAmsterdam. “Ik ben me altijdblijvenscholen, omdat ik vond dat dat nodigwas.Maar dat deed vrijwelniemand,hoor.Mijn directeurbijvoorbeeld,vond het maar raar en onnodigdat ik cursus- sen volgde.” DiecursussenvolgdeDeRijk bijde
S
katholieke vakbond, waar ze actief was, herinnert ze zich. “Datmoest dan duswel in je vrije tijd. Maar het
tudiedagen in het onderwijs hebben niet altijd bestaan. Li- dy de Rijk begonin1953 als
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48