search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
BEDRIJFSREPOR T AGE


Een typisch Iers beeld: eenvoudige stallen die grotendeels geschakeld zijn gebouwd


fecties of te vroege tocht. Dat laatste is noodzakelijk om het afkalfmoment te kunnen synchroniseren. Door problemen vroegtijdig op te sporen, zijn de insemina- ties succesvoller, aldus Hannan. ‘Vijfen- tachtig procent van onze veestapel is drachtig na de eerste inseminatie’, zegt hij. Daartegenover staat dat vaarzen af- kalven op een leeftijd van 26 tot 28 maan- den. ‘Dat komt door de synchronisatie van het afkalfmoment in september en in januari’, laat Hannan weten. ‘Vanaf zes- tien maanden starten we met insemine- ren. Ze mogen best wat groter zijn en ver- der doorgroeien voordat ze afkalven. Ze geven dan direct meer melk en kunnen het ook makkelijker aan.’ In de eerste 48 uur na de geboorte krijgen de kalveren acht liter biest. Daarna krij- gen ze veertien weken lang twee keer per dag twee liter kalvermelk. Daarna krijgen de dieren hooi, brok en stro bijgevoerd. ‘Tot een jaar oud blijven ze binnen. Daar- na gaan ze de wei in’, vertelt Hannan. Hannan houdt negentig procent van de vaarskalveren aan voor eigen opfok. In de eerste lactatie volgt de selectie: ze moeten


dan binnen vijf weken meer dan 22 liter melk per dag produceren, anders gaan ze weg. ‘Ik heb nooit problemen om mijn koeien te verkopen’, zegt de veehouder. ‘We hebben jarenlang gefokt op type en op productie. Ik ben trots op de hoge kwa- liteit van mijn veestapel en dat wil ik ook zo houden’, zo gaat hij verder.


Lagere kosten met zero-grazing Een teken van de hoge kwaliteit is de hoge gemiddelde productie van 12.000 kg melk. Dat is niet alleen een resultaat van fokkerij, Hannan houdt ook vast aan een ander voersysteem dan de meeste Ierse veehouders. De koeien krijgen een tmr- rantsoen met kuilgras, stro, voederbieten en mais. In de winter komt hier extra brok bij. ‘Maar omdat ook in Ierland de melkprijs al lange tijd laag is – de afgelo- pen drie jaar gemiddeld 23,5 cent per kilo – bezuinig ik nu toch iets op het voer’, zegt de melkveehouder. ‘Afgelopen jaar ben ik overgestapt op een zero-grazing- systeem. Dat betekent dat de koeien gra- zen in de weide en daarbij ook gemaaid gras aan het voerhek krijgen.’ Om opti-


De 2 x 20 stands swingovermelkstal zorgt ervoor dat Hannan vlot kan melken


maal gebruik te maken van dit systeem haalt hij de koeien een uur voor het mel- ken naar binnen. ‘Ze kunnen aan het voerhek meer gras opnemen dan in de- zelfde tijd in de weide.’


De hoge producties van de koeien hebben geen nadelige gevolgen voor het droogzet- ten en opstarten. Hannan zet zijn dieren zeven weken droog. Afgelopen jaar bouw- de hij extra vreet- en ligruimte bij de stal: op deze manier hebben ook de vaarzen geen moeite om voldoende voer tot zich te nemen. ‘Afgelopen jaar hebben we twee lebmaagverdraaiingen gehad. Op een to- taal van 150 koeien vind ik dat weinig.’


Sunraykoefamilie Voor het uiteindelijke bedrijfsresultaat is volgens Hannan de kwaliteit van de koe- familie doorslaggevend. ‘De Sunrayfami- lie is mijn favoriet. De eerste Sunray, een Scottish Sovereign Stardochter, kocht ik in 1987. Zij kreeg 93 punten en schreef 22 kampioenschappen op haar naam, onge- kend’, denkt hij terug. ‘Haar kwaliteiten geeft ze door in haar dochters en klein- dochters: die zijn allemaal met meer dan 86 punten ingeschreven en geven meer dan 10.000 kg melk.’ Het zijn kwaliteiten die hij in de koeien in de showring ook graag ziet. Van stierva- der O Man en zijn zonen is hij niet gechar- meerd. ‘Ze krijgen met moeite een jaar- productie van 8000 kg en zijn naar mijn mening vaak te bevleesd voor een melk- koe’, zo zegt hij stellig. ‘Ik heb ze liever groter en melktypischer.’


Het zijn punten waar hij ook in de keu- ringsring op let. En met een glimlach denkt hij weer terug aan de tijd in Neder- land en Denemarken. ‘Naast de mooie feesten die de keuringen zijn, vind ik dat de koeien in Nederland natuurlijker wor- den voorgebracht’, zegt het internationa- le jurylid. ‘Dat de uiers niet geseald wor- den, vind ik een groot pluspunt. Daardoor tonen de koeien zich natuurlijker en dat maakt de competitie in Nederland – maar ook in Denemarken – eerlijker. Daar kun- nen we in veel Europese landen nog van leren’, zo sluit hij af. l


46 VEETEEL T OKTOBER 1 2016


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62