search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
De analyse van de uitslagen van het tankmelkonderzoek op mineralen van de Gezondheidsdienst voor Dieren tussen 2013 en 2016 laat zien dat er aan het eind van de zomer een dipje zit in de mineralenopname bij melkvee (fi guur 1). Aan het einde van de winter is het niveau weer normaal. Deze trend ziet GD elk jaar terug. ‘Koeien die buiten lopen, vreten min- der stalrantsoen en daarmee krij gen ze vaak ook minder mineralen binnen’, geeft GD-dierenarts Carp-Van Dij ken als mogelij ke verklaring. Voor jongvee en droge koeien geeft individueel on- derzoek per steekproef inzicht in de mineraalvoorziening.


Seizoensschommelingen mineralen jodium


1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7


selenium


koper


zink


zomerperiode


1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 2013


2014 maand 2015


2016 Figuur 1 – Relatieve gehalten sporenelementen in tankmelk per maand, gemiddelde is 1 (bron: GD)


maar een mogelij k risico indien hetzelf- de rantsoen gedurende langere periode is of wordt verstrekt.’ Door twee, vier of zelfs zes keer per jaar het tankmelk op mineralen te laten onderzoeken krij g je seizoensgebonden of rantsoengerelateerde veranderingen in beeld, geeft Carp-Van Dij ken aan. ‘Zo kun je bij sturen. Bij afwij kingen geeft in- dividueel bloedonderzoek met pakket sporenelementen, in verschillende lacta- tiegroepen meer inzicht in de spreiding binnen het koppel.’


Verschil in bolussamenstelling Carp-Van Dij ken geeft de voorkeur bij melkgevende koeien aan het dagelij ks verstrekken van mineralen. ‘Dan weet je precies wat de koeien krij gen. Tussen bo- lussen zit veel verschil in samenstelling.’ De ervaringen die dierenarts Schutte


heeft met de inzet van mineralenbolus- sen, variëren van heel goed tot wegge- gooid geld. ‘Er is veel verschil in kwali- teit bolussen. Check wat de behoefte is en wat er precies in de bolussen zit.’ De bolussen zij n bij uitstek geschikt om kleine hoeveelheden van de micromine- ralen en vitaminen geleidelij k toe te die- nen, bij voorbeeld bij droge koeien. ‘Dan zien we echt wel goede resultaten, zoals koeien die gemakkelij ker kalven, sterke- re kalveren geven en niet aan de nage- boorte blij ven staan.’ Carp-Van Dij ken geeft aan dat ook de aanwezigheid van vitamine E in de bolus moet worden gecontroleerd. ‘Koeien hebben rondom het kalven behoefte aan vitamine E. De vraag is of dit ook met de bolus wordt gedekt en of het voldoende is voor de hele droogstand.’ En voor vee- houders die met een injectie selenium


Tabel 1 – Behoeften aan mineralen en sporenelementen voor volwassen melkvee in grammen of milligrammen per dier per dag (bron: Tabellenboek Veevoeding 2012)


element


calcium (Ca) (g) fosfor (P) (g)


magnesium (Mg) (g) natrium (Na) (g) kalium (K) (g) chloor (Cl) (g) zwavel (S) (g) koper (Cu) (mg) kobalt (Co) (mg) jodium (J) (mg) zink (Zn) (mg)


mangaan (Mn) (mg) ij zer (Fe) (mg)


seleen (Se) (mg) * in grammen per kg droge sto f


0-3 weken vóór kalven


31 22 23


6,6 55


8,5


1,5* 277 1,1 5,5


246 440 345 1,44


koe 20 kg melk


60 47 38 20


134 37


2,0* 227 1,9 9,5


490 740 150 2,72


koe 40 kg melk


100 79 56 33


190 66


2,0* 260 2,4 12


763 940 300 4,22


toedienen: ‘Denk eraan dat het zes we- ken duurt voordat het optimaal werkt.’ Calcium, magnesium en fosfor zitten niet afdoende in de bolussen voor een hele droogstand van zes weken. ‘Dan heb je wel tien bolussen per koe nodig’, geeft Schutte aan. Carp-Van Dij ken voegt daaraan toe dat koeien van bij voorbeeld magnesium geen voorraad aanleggen. ‘Dat moeten de koeien dan ook dagelij ks binnenkrij gen.’


Praktisch voor jongvee Schutte adviseert bij tekorten van ma- crom ineralen, zoals magnesium, calci- um en fosfor, om te drenchen. ‘Dat werkt bij zo’n tekort beter; de mineralen zij n dan al opgelost. De bolussen werken kort, zeg maar 12 tot 36 uur. De behoefte aan macromineralen kun je niet met een bolus afdekken.’ Overigens denkt Schut- te dat er bij tekorten ook fokkerij -invloed is. ‘De ene koe is gevoeliger voor fosfor- tekort dan de andere. Bij schapen zie je ook dat texelaars gevoeliger zij n voor ko- pervergiftiging dan andere rassen.’ Voor jongvee en droge koeien is het in- zetten van mineralenbolussen praktisch en effectief, omdat er niet elke dag mine- ralen aan het rantsoen hoeven te wor- den toegevoegd, zo geven alle specialis- ten aan. ‘Stuur jongvee met twee bolussen de wei in, dan hebben ze het hele seizoen genoeg.’ Schutte bevestigt dit met eigen waarnemingen uit de prak- tij k. ‘Jongvee dat bolussen had gekre- gen, bleek na zes maanden via bloedon- derzoek goede mineralenwaarden te hebben, jongvee dat geen bolus had ge- had, vertoonde juist te lage gehalten. Een bolus is een duurdere, maar goede en gemakkelij ke oplossing.’ l


VEETEEL T OKTOBER 1 2016 27


Relatief gehalte ten opzichte van gemiddelde


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62