This page contains a Flash digital edition of a book.
Communie


Niets te koop na de oorlog Wout Beers deed zijn eerste communie vlak na de oorlog, toen er vrijwel niets te koop was: ‘Ik mocht een pak lenen van een neef. Een wat groot uitgevallen pofbroek met bijbehorend jasje. De ouders van mijn neef kwamen mij felicite- ren. Toen zij weggingen, moest ik mijn geleende pak uittrekken zodat zij het mee konden nemen. […] Van al mijn ooms en tantes kreeg ik een gulden, een gigantisch bedrag in die tijd. Een paar dagen na die feestelijke dag moest ik het geld inleveren voor het ‘tientje van Lieftinck’. Zo was ik behalve mijn pak ook mijn geld kwijt.’


Joke Simons: ‘Mijn mooiste herinnering is het uitdelen van de herinneringsplaatjes.’


NIET NUCHTER, GEEN COMMUNIE Sinaasappel was na de oorlog heel bijzonder. Theo van den Berg kreeg van zijn zus een partje, op de ochtend van het feest: ‘Zodra ik het sap in mijn mond proefde, schoot mij te binnen dat ik nuchter moest blijven. Snel uitspugen dus. Toen ik beneden kwam, heb ik het mijn moeder verteld. Na wat gemopper heeft ze de pastoor gebeld. Deze vond het sneu, maar was onverbidde- lijk. Voor mij kon de eerste com- munie niet doorgaan. Dat zou een doodzonde zijn. De volgende dag heb in de vroegmis mijn eer- ste communie gedaan. Ik voelde me opgelaten en bekeken.’


Vinny van Aal-v.d. Klaauw deed haar eerste communie door


Cisca van As-van Rooijen: ‘In de week na de communie werd ik weer mooi aangekleed om naar de fotograaf te gaan.’


ziekte op een later moment: ‘Er waren maar een paar mensen in de kerk en ik zat daar met moeder alleen en keek met grote ogen naar dat wonder van de consecratie. Eindelijk was het zo ver dat ik naar de communie- bank mocht en Jezus voor goed in mijn hart sloot. Ik ben nu 92 jaar en nog is Hij daar en zal dat tot het laatste toe blijven.’


30


Mevrouw M.R. liep van school naar huis. Ze schrijft: ‘Mijn moeder stond voor het raam, zag een tram aankomen en dacht: kreng wat rijd je hard. Even later kwam een klasge- nootje mijn pop bovenbrengen waarop mijn moeder zei: “Dan ligt ze onder die tram”. […] Mijn onderbenen waren verbrijzeld. Ik heb 10 weken in het ziekenhuis gelegen met heel veel pijn. Uit- eindelijk heb ik daar mijn eerste communie gedaan en ben toen meteen bediend. Iedereen was er van overtuigd dat ik het niet zou halen. Ik kreeg twee kunst- benen. Later vroegen mensen of ik een wonderkind was, omdat ik zo goed liep met mijn kunstbe- nen. Nu ben ik 83 en loop ik nog steeds, met een stok of rollator.’


Mevrouw L.H. droeg een hemels- blauw jurkje en zwarte lakschoen- tjes: ‘Ik was apetrots. Mijn ouders waren arm. Later hoorde ik dat ze de schoentjes die ik aan had van Sint Vincentius gekregen hadden, een vereniging die voor arme mensen in de bres sprong. Als ik er nu aan denk, springen de tranen in mijn ogen. Wat zal er omgegaan zijn in mijn ouders om dat te vragen.’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71