search.noResults

search.searching

note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WATERKWALITEIT


Opkomende stoffen: lange weg naar normering De GenX-affaire illustreert dat opkomende stoffen veel hoofd- brekens opleveren. Voor FRD-903 is een drinkwaterkwaliteit- snorm noch een ecologische norm vastgesteld. Deze kunnen ook niet worden afgeleid, omdat de benodigde wetenschap- pelijke gegevens over de toxiciteit van de stof ontbreken. Op basis van de FRD-903-emissies van Chemours onderzoekt het RIVM of er een landelijke norm voor oppervlaktewater moet komen. De resultaten worden in april verwacht. Een lozings- verbod op FRD-903 is technisch gezien niet mogelijk, omdat de stof niet op de lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) staat. In een recent Kamerdebat bevestigde staatssecreta- ris Stientje van Veldhoven dat de mogelijkheden om GenX-


emissies aan te pakken zonder offi ciële ZZS-kwalifi catie onder Europese stoffenverordening REACH beperkt zijn. “Juist om- dat GenX-stoffen zo mobiel zijn, raken we het zicht erop kwijt. We zitten tussen wal en schip.” Van Veldhoven wil aansluiten bij een Duits initiatief om deze categorie zorgwekkende stoffen toch bij REACH aan te kunnen melden als ZZS. Dat is een tijd- rovend proces, omdat ook de andere lidstaten moeten willen meewerken. Drinkwaterkoepel Vewin heeft laten weten dat de REACH-status voor stoffen als GenX onvoldoende is, want de EU-verordening toetst alleen aan gezondheidseffecten. De im- pact van stoffen op waterkwaliteit en drinkwaterbronnen valt erbuiten.


Nog geen informatieplicht


Bedrijven zijn niet wettelijk verplicht keteninformatie over de afname en levering van stoffen te delen. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat studeert Royal- HaskoningDHV op een informatieplicht. Goed plan, meent Glas. “De overheid kan alleen bij een acute vrees voor de volksgezondheid openheid van zaken eisen. Bij Chemours gaat het vooralsnog om een vermoeden. Het bedrijf opereert binnen de vergunningseisen. Al vind ik wat Chemours doet maatschappelijk gezien onacceptabel, ook al staat het bedrijf juridisch in haar gelijk. De belangrijkste waarden in het maat- schappelijk verkeer zijn transparantie en integriteit. Daar kun je je niet zomaar aan onttrekken.”


Glas pleit ervoor de bewijslast om te draaien. “Trek een para- llel met het toelatingsbeleid voor medicijnen. Deze komen pas na uitgebreide klinische tests op de markt. Dat zou ook van toepassing moeten zijn op potentieel zorgwekkende stof- fen uit een fabrieksproces. De lozingsnorm van een stof moet nul zijn, tenzij producenten kunnen bewijzen dat er geen reële gezondheids- of milieurisico’s zijn. Het is dan aan bedrijven om met toxicologisch onder - zoek aan te tonen dat de nul- norm versoepeld kan wor- den. Ja, dit brengt kosten met zich mee voor de indus- trie. Die kosten landen dan in de prijs van producten en zullen dus door consumen- ten mee worden gewogen in hun aankoopkeuze.”


Kamerlid Suzanne Kröger (GroenLinks): ‘Essentieel is dat er meer geld voor handhaving komt.’


22 WATERFORUM NR 2


Monitoringkosten Eenzelfde verantwoordelijk- heid geldt volgens Glas voor de monitoringkosten. “We moe ten daar een balans in zien te vinden. Dat zijn lang- durige laboratoriumexercities met een navenant prijskaart-


GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger tijdens een overleg met staatssecreatris Van Veldhoven: “De Inspectie moet sneller aan gegevens komen, desnoods met een wettelijke verplichting.”


je. Voor waterschap De Dommel alleen praat je al over jaar- lijks tonnen euro’s. En dan zijn er nog zoveel meer stoffen. In de Europese REACH-verordening staan zo’n 25 duizend stoffen. Waarom zouden de kosten volledig op het bordje van de waterschappen terecht moeten komen en niet op dat van de bedrijven in kwestie? Ik weet niet of het verhalen van de kosten juridisch mogelijk is, maar ik ga die vraag zeker stellen.”


Glas wil een nog fundamentelere vraag neerleggen: “Mensen willen graag een koekenpan met anti-aanbaklaag. Het on- vermijdelijk gevolg is dat de stoffen die bij de productie ervan vrijkomen in het milieu terecht kunnen komen. De vraag luidt of je dat wel moet willen. Die vraag moet niet door de water- sector maar door de samenleving worden beantwoord.”


Meer transparantie GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger ziet een maatschap- pelijk debat ontstaan. “We krijgen steeds meer discussie over dit soort complexe stoffen, die we in steeds groteren getale tegenkomen, ook in ons ecosysteem. Stoffen waar we geen enkele grip op hebben. Het is onacceptabel ons drinkwater hiervoor op het spel te zetten. Als een stof verboden wordt, ontwikkelt de industrie wel een alternatief met een molecuul net weer even anders, alleen maar om productieprocessen te continueren. Dat deze stoffen schadelijk zijn, openbaart zich vervolgens na jaren van voortschrijdend inzicht. Dat is raar tegenover de ambitie om in 2050 een circulaire economie te realiseren, waaraan ook de industrie zich verbonden heeft


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48