search.noResults

search.searching

note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WATERBEHEER Twee procent nationale CO2 -uitstoot


De bodemdaling van veengronden is in Nederland extra in de belangstelling gekomen door het klimaatakkoord van Parijs. Jaarlijks emitteren de voor landbouw gebruikte veengronden in Nederland ongeveer 4,2 miljoen ton CO2


, schrijft het Plan-


bureau voor de Leefomgeving (PBL) in het in november 20916 verschenen rapport ‘Dalende bodems, stijgende kosten’. Dit is 2 procent van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgas- sen en zal relatief toenemen naarmate andere CO2


-bronnen fors gaan afnemen.


Toch zijn er volgens het PBL ook kansen, want veengronden kunnen ook koolstof vastleggen. Maar dan moeten de om- standigheden zo zijn dat oxidatie niet of nauwelijks optreedt. Dat laatste betekent vernatting, of in ieder geval geen grote drooglegging in de zomerperiode. Natte landbouw, natte na- tuur en de introductie van een systeem van ‘carbon credits’ voor CO2


-uitstoot in veenweiden, zouden volgens het PBL


kunnen bijdragen aan het rendabel maken van onderwater- drains.


Bodemdaling is niet alleen een probleem in agrarisch gebied. Ook in de bebouwde omgeving leidt het tot een enorme kostenpost, bijvoorbeeld voor het aanpassen van de riolering of het funderings- herstel aan huizen. (Foto: Platform Slappe Bodem / Vincent Basler)


den is. Ook hebben de bewindslieden gesproken met de bur- gemeesters van Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland. Die gesprekken gingen over een mogelijke regiodeal bodemdaling en de mogelijke realisatie van een landelijk ken- niscentrum bodemdaling in de regio Gouda.


Gilles Erkens, expert op het gebied van bodemdaling bij Del- tares, is blij met de plotselinge aandacht vanuit de landelijke overheid. Hij zegde al zijn buitenlandse afspraken af om in februari bij de bijeenkomst met de minister en de staatsse- cretaris in het veenweidegebied te kunnen zijn. “Enkele jaren geleden hebben we de rijksoverheid gevraagd om mede- werking in de aanpak van bodemdaling, maar toen hield die de boot af.” Erkens hield een pleidooi voor het verzamelen van betrouwbare data. “Bodemdaling is in het verleden nooit serieus gemeten. Er is een landelijk meetnetwerk bodemda- ling nodig, zodat we de ontwikkelingen goed kunnen moni- toren en verstandige keuzes kunnen maken. Bovendien kan Nederland dan ook internationaal aantonen dat Nederland expertise heeft met de aanpak van bodemdaling.”


Peil volgt functie De meest gevreesde aanpak is dat de provincies en het Rijk besluiten dat zij afzien van het principe ‘peil volgt functie’. Nu zorgen de waterschappen in de landelijke en de stedelijke omgeving voor een waterpeil dat maakt dat het land gebruikt kan worden voor de gewenste vormen van wonen en land- bouw. Dat er de komende decennia een verschuiving plaats moet vinden naar ‘functie volgt peil’ is zonneklaar in gebie- den waar het veen zo dun is dat de bodem kan opbarsten.


Waterschappen moeten daar noodgedwongen de peilen fi xeren en stoppen met het telkens weer mee laten zakken van de peilen (peilindexatie).


Het bestuur van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden heeft besloten in 2019 de gewenste peilverlaging nog maar voor 75 procent te volgen. Met dat vooruitstrevende besluit wil het hoogheemraadschap boeren de gelegenheid geven om hun werkzaamheden geleidelijk aan aan te passen. Volgens het waterschap is bodemdaling een gedeeld probleem en zijn er ook steeds meer boeren die zich realiseren dat er iets moet veranderen.


Annette van Schie (HDSR):


“Je kunt eindeloos praten over wiens probleem het nu eigenlijk is en naar elkaar wijzen, maar wij zijn gewoon aan de slag gegaan.”


WATERFORUM APRIL 2018


19


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48