Dát is vrij zijn, gelijk een vogeltje, heerlijk.” Nog een vraag is of het scheelt of kinderen deel uitmaken van het reisgezelschap, al zal dat in deze groep vooral gaan om kleinkin- deren. Kun je daarmee naar een camperplek? Puck vindt van niet. “Daar is niks voor kin- deren, terwijl campings vaak speelgelegen- heden hebben en andere kinderen. Jos: “In dat geval zoek je een camping waar je niet betaalt voor wat je niet gebruikt. Ook prettig dat er dan een douche is.”
Toilet aan boord Maar telkens komt het gesprek weer terug op het centrale thema van de discussie: wat zijn de voor- en nadelen van campings en camperplaatsen. Steekhoudende argumenten fl itsen steeds sneller over tafel. Vooral rond de stelling: ben je een parasiet als je alleen maar om te wassen en te douchen naar een camping gaat? Eric: “Beslist niet, ik betaal toch alles?” Henk: “We hebben een camper om te reizen, te
toeren door landschappen, te kijken, te stop- pen en te genieten. Zelfs met een toilet aan boord. Met een caravan doe je aan verblijfsre- creatie en heb je een camping nodig.”
Gebruik verschillend Dat campers heel verschillend worden gebruikt, blijkt uit de opsomming die Jos al vooraf had gemaakt. Als voordelen van een camperplaats noemt hij dat het vaak gratis is, de kleinschaligheid, de soms mooie locaties en de vrijheid van aankomst en vertrek. Maar de nadelen zijn volgens hem veel groter: geen goede voorzieningen zoals toilet en douche, geen elektra en wifi , geen toezicht, toegang voor iedereen, dus onveilig, minder ruimte, minder rust, snel vol, geen mogelijkheid tot reserveren, een vaak armoedige en troosteloze aanblik en veel afwijkend gedrag, vooral door mensen die een camper huren. Als voordelen van een camping noemt hij dat alle voor- zieningen er zijn, inclusief elektra, wifi , een
winkeltje en een bar. Op dat laatste haakt Adriaan in: “Is een bar van belang?” Jos gaat nog even door, nu met de nadelen van een camping. “Het kost geld en er zijn regel- tjes die je vrijheid beperken. Toch gaan we graag naar een camping, want we willen op vakantie hetzelfde comfort hebben als thuis”, concludeert hij. “We wonen fi jn en gaan maar twee keer per jaar weg.” Anneke haakt daar op in: “Dat is nou het verschil: wij gaan door het hele jaar weg.” Op de vraag naar een slotopmerking zegt Puck: “Er zouden meer camperplaatsen bij campings moeten komen, dat zijn dan twee vliegen in één klap.”
Een algehele samenvattende conclusie is vol- gens discussieleider Sibert Meurs aan het eind niet te trekken. Wel is duidelijk geworden dat er voor alle vormen van gebruik mogelijkhe- den moeten zijn, omdat camperaars allemaal op hun eigen wijze willen recreëren en hun vrijheid verschillend beleven en invullen.
Pauli en Adriaan de Kater zijn de helft van het jaar op pad.
Sis en Jos Peters willen zoveel mogelijk van Europa zien.
Anneke en Eric Roskam gaan in weekends en vakanties eropuit.
Jos en Sis Peters bij hun camper.
Helli Bunschoten bij haar camper.
Puck en Kitty Schoonderwoerd bij hun camper, waarmee ze soms ook in het wild staan.
NKC Kampeerauto nr. 5/2012 | 53
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92
