‘De tafel bij opa en oma stond vol met lekkernij’
De Kerstmis uit mijn jeugd begon met het kopen van een kerst- boom. Mijn vader had de akelige gewoonte om de kerstboom zo laat mogelijk te kopen, dan waren ze lekker goedkoop. Maar dan had je niet de mooiste en bij mijn vriendjes stond de boom al ruim- schoots te pronken.
De kerststal van zolder halen en uitpakken was altijd weer een feest. Net of je de beeldjes, de kribben en de dieren voor het eerst mocht aanschou- wen. Het Kindje werd in de kribbe gelegd en wij discussieerden vanuit welke hoek van de kamer de wijzen uit het Oosten, met hun indrukwek- kende kameel, zouden vertrekken.
EEN BAKKER ALS GROENTEMAN Het hoogtepunt was de kerstnacht. De wandeling naar de kerk was anders dan normaal. De sterren stonden hoog aan de hemel te fl ikkeren en de bevroren sneeuw kraakte onder je schoenen. Om een goed plaatsje te be- machtigen, moest je zeker een uur van tevoren naar de kerk. Ik luisterde naar het zangkoor, zwaaide naar vriendjes en keek naar de kosters die alles in gereedheid brachten. In die jaren konden de middenstanders een vaste plaats kopen. Voor in de kerk waren deze gereserveerde plaatsen gemarkeerd door een emaillen naamplaatje, dat op de bank was geschroefd. De familie Bakker had ook zo’n plaatje. Mijnheer Bakker was overigens geen bakker, maar groente- man. Wekelijks kwam hij met zijn handel, met paard en wagen, door onze straat rijden.
ECHTE KAARSJES EN CHOCOLADE
De kerkdienst duurde vrij lang, maar de samenzang vond ik fi jn, vooral als we met allen Ere zij God zongen. Mijn moeder en mijn oudste zuster waren dan al naar huis. Zij zorgden ervoor dat de kachel lekker hoog stond, dat de (echte) kaarsjes in de kerstboom brandden, de chocolademelk warm was en het krentenbrood op tafel stond als we thuiskwamen. Ik herinner me nog de lucht van de knetterende kerstkaarsjes die wij, de zeven kinderen, constant in de gaten moesten houden.
Na een korte nachtrust gingen we Eerste Kerstdag met zijn allen naar onze opa en oma die een kapsalon hadden in Hillegom. Zij wa- ren in mijn ogen rijk. De tafel stond vol met lekkernij zoals een kerstkrans van banket, allerlei soorten chocolaatjes en de lekkerste eigengebakken koekjes van de wereld. Voordat we naar huis gingen, droeg oma een kerstverhaal voor en deden we zakdoekje leggen. Op de terugweg viel ik in de tram, moe van dit alles, voldaan in slaap. Héérlijk die herinneringen aan Kerstmis ruim zestig jaar geleden.
Wim van Putten (1937), Almere Buiten
‘Als mijn moeder ’s avonds thuiskwam, was het feest’
Kerstmis was voor ons, een Rotterdams arbei- dersgezin, anders dan voor anderen. Mijn moe- der ging met de kerstdagen namelijk altijd in de bediening bij de familie Van Ommeren. Die no- digden altijd heel veel gasten uit met de feestda- gen. Wij vonden dat als kinderen niet echt leuk, maar onze vader zorgde voor gezelligheid. We poften kastanjes in de asla van de kolenkachel en aten patat met appelmoes en kip. Maar ’s avonds als mijn moeder zo rond tien uur thuiskwam, was het feest. Want ze kreeg alles wat over was mee: plumpudding, toetjes, en stukken kalkoen. Vaak denk ik nog aan die tijd, nu zo’n zestig jaar geleden. Wat waren wij kinderen blij met al dat lekkers dat mijn moeder meenam.
Ria Meeder-Duijm, Wassenaar
DE VERHALENSCHRIJVERS DIE HIER GEPLAATST ZIJN, KRIJGEN ALLEMAAL EEN MOOI KERSTCADEAUTJE VAN NESTOR.
Nestor 21
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67