Interview
SNEEUW Sneeuw in de bomen. Sneeuw in het haar van mijn ogen. Smelt toch vandaag nog niet. Sneeuw in de schoot van mijn moeder. Sneeuw in de hand van mijn vader. Smelt toch vandaag nog niet. Jij bent vandaag onze schoonheid. Sneeuw in het haar van de bomen. Sneeuw in de schoot van de vrouw. Sneeuw, witte sneeuw in mij. Smelt toch vandaag nog niet.
hadden. Wij gaven ze Nederlands, hielpen ze met hun huiswerk. Dat heeft mij erg gevormd. Wat ook meespeelde: ik brak mijn nek toen ik veertien was. Ik gooide gewoon mijn hoofd achterover bij de wasta- fel, maar mijn wervels waren zo verzwakt, dat ik in één keer verlamd raakte. Dat ik erbovenop kwam, was een soort wonder. Ik had een nieuw leven gekregen.
U trad in bij de Orde der Jezuïeten? Ja, die hadden mooie colleges, maar begaven zich ook onder het volk, gingen in fabrieken werken en in de sloppen. Dat boeide mij enorm. In de jaren zestig ontstond een beweging van vragen en kritiek. In Zuid- Amerikaanse landen kwamen de bevrijdingstheologen op, die opkwa- men voor de onderdrukten. Maar de pausen kozen de kant van de machthebbers, de dictators. Dat was de sfeer in de katholieke kerk in die jaren. Daar kom ik uit voort, dat is mijn achtergrond. Ik ben van de generatie die hoopte dat de kerk zich liet hervormen. Maar wij waren te optimistisch, wij hebben het systeem onderschat.
Uiteindelijk bent u uit de orde gezet Wij wilden het celibaat bevechten. Ik was de spreekbuis van die bewe- ging. Het ging niet om mezelf, maar om een collega die wilde trouwen. Wij vonden toen dat dat zou moeten kunnen. Misschien niet over de hele breedte van de kerk, maar wel op die plekken waar je kon expe- rimenteren, zoals in de studentenecclesia waar wij actief waren. Het werd een confl ict en de generaal-overste moest mij ontslaan van de Paus. ‘Der Papst hat geweint’ zei hij.
Moest u ook wenen? Ik vond het in de lijn liggen. Ik was al zes, zeven jaar in het geding met die club. Toen de strijd voorbij was, konden we met de Amster- damse Studentenekklesia (een katholieke en progressieve stu- dentenparochie – red.) verder gaan. Een plek creëren waar je maatschappelijke experimenten kan doen, waar je de inspiratie van dat geloof duidelijk vertaalt. Dat was de opzet. We zaten eerst in de Populier, toen in De Rode Hoed en sinds 2011 in dit prachtige gebouw genaamd De Nieuwe Liefde.
10
Wanneer ontdekte u dat u een dichter was? Ik schreef mijn eerste gedicht toen ik 15 was. Het ging over sneeuw (zie kader – red.) Toen ik het opgeschreven had, dacht ik: dat is vast en zeker een echt gedicht. Ik heb naar mijn besef eigenlijk altijd geschreven. Kleine verhaaltjes, gedicht- jes en vrome Maria-liedjes. Later heb ik alle psalmen vertaald en 800 liederen geschreven.
Waarom schreef u? De vernieuwing in de kerk vroeg om een nieuwe liturgie. Die kon niet in het Latijn blijven. Op de middelbare jezu- ietenschool in Groningen waar ik actief was, vroeg iemand me: maak jij nu eens iets in het Nederlands, met de bijbel erin, dat we zingen kunnen. Ik kende heel veel melodieën uit mijn hoofd, en ik begon liederen te schrijven. Helemaal niet met het idee dat dat een levenswerk zou worden. Toen ik er tien had, dacht ik: klaar. Maar er bleven aldoor maar men- sen vragen of ik ermee doorging.
Waarom zijn uw liederen zo’n succes? Misschien omdat ik ook alle gevoelens en twijfels die bij zoiets horen, heb ver- werkt. Het zijn niet allemaal vrolijke liedjes. En daar putten mensen troost uit, herkenning. Ik heb een lied geschreven, dat is in Duitsland het meest gezongen lied: ‘Ik sta voor u in leegte en gemis’. Zo’n
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67