This page contains a Flash digital edition of a book.
844 | WEEK 42-43 19 OKTOBER 2016


‘DE UITSTROOM MET GOED ONDERHOUDEN SCHEPEN MOET WÉL WORDEN OPGEVOLGD’ Schipper Rens Blessing zet zich in voor springlevende spitsenvaart


DINTELMOND Rens Blessing (26) vindt dat hij het mooiste beroep heeſt van de wereld. Meteen na zijn opleiding aan het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam, heeſt hij een spits ge- kocht en inmiddels vaart hij vier jaar met de ‘Veridis Quo’ door Nederland, België en Frankrijk, voornamelijk naar de Champagnestreek, maar ook naar Zuid-Frankrijk. “Dat doe ik het liefst. Het zijn de langere reizen waar je het écht voor doet”, zegt hij. “Je komt door een hoop sluisjes en je vaart door heel ander en mooi gebied”.


INGE PRANGER


Blessing is schipper geworden voor de rust van het varen als je in Frankrijk ligt, het vrij zijn, de manier van leven, het steeds weer wakker worden op een andere plek. “Dat maakt varen geweldig”. Als kind wist Blessing al dat hij schipper wilde worden op een spits. Zijn ouders hadden een vakantiehuis aan het Canal des Ardennes in Frankrijk, vlakbij de Vallée de Montgon, een vallei van 26 sluis- jes op 8 kilometer. Als hij een sluisdeur open hoorde gaan, rende hij naar buiten en als hij geluk had mocht hij een stukje meevaren. Voor hem stond als een paal boven water: dat wilde hij later ook.


Om zijn droom waar te maken heeſt hij de opleiding kapitein/manager binnenvaart gevolgd aan het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam. Hij kijkt met plezier te- rug op die tijd, ook omdat de docenten zo en- thousiast zijn. “Het mooie van deze opleiding is dat je daarna alle papieren in huis hebt om als zelfstandig ondernemer te beginnen op een schip met een lengte van 39 meter, een spits dus. Je hoeſt niet nog eens allerlei cur- sussen te gaan doen”.


Veel sterker Blessing heeſt zich aangesloten bij de Europese Logistieke Vervoerders coöperatie (ELV), die zo’n honderd schepen voor zich heeſt varen, waaronder ongeveer zeventig spitsen. “Zij doen de acquisitie, al het werk loopt via deze coöperatie. Dat loopt goed. Ik vind het ook niet de taak van een schipper om zelf bedrijven te gaan bellen. Ik geloof in het blok van een coö- peratie, dan sta je veel sterker”.


Hij vervoert voornamelijk bulkgoederen: kunstmest, ertsen en graanproducten vanuit Frankrijk naar België en Nederland en weer terug. “Er is genoeg werk. Ook al is het de laatste tijd in Frankrijk rustig. De Franse oogst was niet zo goed dit jaar. Maar ik ga er van- uit dat dit periodiek is. Ik kan me niet voor- stellen dat het werk nu opgedroogd is. Dat bestaat gewoon niet”. Momenteel ligt hij in


Stagepool voor nieuwe ondernemers


De Europese Logistieke Vervoerders coö- peratie (ELV) biedt jongeren die een bin- nenvaartopleiding volgen en starters in de Frankrijkvaart de mogelijkheid praktijkerva- ring op te doen bij spitsen en Canal du Nord- schepen. Doel is de spitsenvaart meer be- kendheid te geven en daarmee de instroom te bevorderen. Inmiddels bestaat bijna een kwart van de ELV-leden uit jonge enthou- siaste ondernemers die hun ervaringen ook weer graag met nieuwkomers delen.


Dat er tot dusver weinig leerplekken be- schikbaar waren op spitsen, komt door- dat deze schepen meestal ruim voldoende bemand waren met man en vrouw, zo- dat een stagiair niet direct en toegevoegde waarde heeſt voor de eigen onderneming. Bovendien vormt een extra opvarende door de beperkte woonruimte een behoorlijke inbreuk op de privacy van gezinsbedrijven, zeker als het om een langere periode gaat.


Ervaringsdagen voor pleziervaarders


Binnenvaartcruises zet de binnenvaart en het leven aan boord op de kaart door in samenwerking met schepen passagiers mee te laten varen. Dat kan voor een aan- tal dagen of een langere vakantie. Ook is er voor pleziervaarders de mogelijkheid om een dag mee te varen op bijvoorbeeld de ‘Veridis Quo’. Dit soort ervaringsda- gen zijn bedoeld om vanuit de stuurhut van een vrachtschip de nautische ken- nis en vaardigheden van pleziervaarders te vergroten en zo het samenspel tussen beroeps- en pleziervaart veiliger te laten verlopen. De soms enorm ‘dode’ hoek voor de boeg, het juiste gebruik van een marifoon, vaarregels- en wetgeving, vei- lig de sluis door, almanakken en water- kaarten, maar ook de voorbereiding, aan- en afmeren en de functie van het blauwe bord met flikkerlicht, komen aan bod tij- dens zo’n dag. Zie voor meer informatie: www.binnenvaartcruises.nl.


Dintelmond. Over een paar dagen gaat hij in- dustriezand laden in de Botlek en heeſt hij als bestemming Saint Quentin in Frankrijk.


Van een gepensioneerd stel uit Terneuzen heeſt hij de ‘Secunda’ gekocht waar ze bij- na veertig jaar op hadden gevaren, waar- na Blessing het schip heeſt omgedoopt tot ‘Veridis Quo’. Hij heeſt de financiering parti- culier via familie rond kunnen krijgen, maar ook kun je een klein schip financieren via de Binnenvaart Kredietunie Nederland, mits goed onderbouwd. De eerste twee jaar heeſt hij sa- men gevaren met zijn klasgenoot Bart Janson, die het zo leuk vond dat hij inmiddels ook zijn eigen spits heeſt gekocht: ‘Testudo’. “Ik heb het heel fijn gevonden om met z’n tweeën te star- ten”, vertelt Blessing. “Je deelt samen de er- varing en je hebt niet het gevoel dat je er in je eentje voor staat. Je kan het schip goed leren kennen en elkaar helpen met onderhoud”.


Leuk wereldje Sinds twee jaar vaart Blessing alleen, maar alleen voelt hij zich zelden. Hij heeſt veel con- tact met andere schippers in de spitsenvaart, die volgens hem heel collegiaal zijn en be- hulpzaam. “Het is een leuk wereldje, net een varend dorp eigenlijk, en iedereen kent elkaar. ’s Avonds doe je soms een bakkie op een an- der schip of een grote partij goederen is ver- deeld over meerdere schepen, dan vaar je met elkaar op. Dat is heel gezellig”.


Daarnaast vaart er regelmatig een stagiair(e) mee. Sinds twee jaar staat hij geregistreerd als erkend leerbedrijf. Met ongeveer tien sche- pen zit hij in een stagepool van het ELV (zie


Daarbij komen dan nog eens de adminis- tratieve en financiële lasten. Mede door het ontbreken van leerplekken is de spitsenvaart lange tijd in de vergetelheid geraakt bij de jongere generaties, terwijl de gemoedelijk- heid, vaartechnische uitdagingen en relatief lage financiële instapdrempel toch veel jon- geren blijkt aan te spreken.


Omdat er in de spitsenvaart wel ruimte is voor nieuwe ondernemers, en diverse ELV- leden bereid bleken toekomstige collega’s een of enkele reizen mee te nemen is het idee ontstaan om als coöperatie een ‘stagepool’ op te zetten. Met de opleidingsinstanties is afgesproken dat leerlingen tijdens hun be- roepspraktijkvormingsperiode bij drie ver- schillende ELV-leerberdrijven stage mogen lopen. Op deze manier duurt het verblijf per stagebedrijf geen maanden, maar slechts en- kele weken. De bijbehorende formaliteiten worden door het ELV-kantoor afgehandeld en de stagevergoeding voor de studenten wordt door de coöperatie, dat wil zeggen door alle ELV-leden gezamenlijk, betaald.


kader). “Leerlingen lopen ongeveer een half jaar stage. We proberen ervoor te zorgen dat de stagiaires niet steeds op hetzelfde schip zitten en per schip vaart een leerling voor een paar weken mee. Zo verdelen we de druk een beetje en de stagiair(e) kan op meerdere sche- pen ervaring op doen”. Ook zijn oude klasge- noot Bart Janson is bezig zijn schip geschikt te maken om erkend leerbedrijf te worden.


Blessing wil de spitsenvaart promoten en leerlingen kennis laten maken met een klein schip. “Dan krijgen ze er ook een band mee en is de kans groter dat ze hiervoor kiezen. Grote schepen hebben over het algemeen meer sta- geplekken en daarom gaan veel studenten aan een binnenvaartopleiding automatisch ook stage lopen op een groot schip. Maar het leven op een spits is gewoon hartstikke leuk en het is gaaf om eigen baas te zijn. Je maakt leuke dingen mee, in de sluizen maak je een babbeltje, er is interactie met de mensen uit de dorpjes waar je doorheen vaart. Het is heel anders varen dan bij de 24-uursvaart, waar vooral veel en hard wordt gevaren”.


Hij vindt het jammer dat er soms een nega- tief beeld naar buiten komt over de spitsen- vaart, dat volgens hem helemaal niet zo ne- gatief is. “Over het algemeen is er voldoende werk, we zijn nog steeds nodig en je kunt er hartstikke leuk mee verdienen”. Hij kent best wel wat jongeren, jonge stellen, en zij-instro- mers die het over de jaren heen hebben aan- gedurfd ook deze stap te zetten. “De vaar- wegen in Frankrijk zijn soms niet zo goed onderhouden, maar we kunnen er tenminste nog overheen varen. De sluizen worden nog


Omdat er in de Frankrijkvaart over het alge- meen geen behoeſte is aan personeel, is het ELV-stageproject bedoeld voor BOL-leerlingen die de opleiding schipper of kapitein-mana- ger doen. Ook zij-instromers die van plan zijn als zelfstandig ondernemer op een spits of Canal du Nord-schip te gaan varen, kunnen aan het ELV-stageproject deelnemen om de kneepjes van het vak, vaarwegkennis of (een deel van hun) vaartijd te verwerven. Korte snuffelstages zijn eveneens mogelijk.


Bijkomend voordeel van de stagepool is dat studenten en ‘opstappers’ meerdere sche- pen, werkwijzen, werkzaamheden en vaar- gebieden leren kennen. Bovendien bouwen ze op deze manier vast een netwerk op van ervaren collega’s, bij wie ze later ook terecht kunnen voor praktische hulp en inlichtingen. Ook is er een online platform opgezet: ELV varen & leren, waarmee toekomstige spit- senschippers zowel onderling als met ELV- leden contact kunnen leggen in informatie uitwisselen.


45


gesmeerd en bijgehouden. Het werkt allemaal nog prima, en zo niet, dan hoef je maar te bellen en iemand van de vaarwegbeheerder komt het probleem oplossen. Er wordt hier en daar gebaggerd, terwijl op sommige kana- len misschien maar één schip per week komt. Volgens mij moeten we daar gewoon hartstik- ke blij mee zijn. De Seine-Scheldeverbinding waardoor veel werk van de spitsen weggeno- men zou worden is er nog lang niet. En mis- schien was het vroeger allemaal veel beter en leuker. Je hoort wel eens verhalen van collega’s, die wat langer varen, dat het vroe- ger allemaal beter en leuker was, dat weet ik niet. Maar ik vind het nu hartstikke leuk én dus goed. Ik wil uitdragen dat de sector en Frankrijkvaart nog springlevend is. Juist om- dat het zo is”.


Hartstikke bijzonder Het is een beetje het kip-en-het-eiverhaal, vindt hij. “Er zijn niet zoveel spitsen meer in vergelijking met vroeger. Ze worden ook niet meer gebouwd, en juist daarom is het heel belangrijk dat deze kleine schepen blijven varen. De uitstroom met goed onderhouden schepen moet wél worden opgevolgd. Het is een prachtige manier van vervoeren. Je haalt toch al snel tien vrachtwagens van de weg. Het is hartstikke bijzonder wat we doen en het is goed om dat te beseffen. Dan zet je je ook in om anderen enthousiast te maken. Deze waanzinnige mooie binnenvaarttak verdient het om nog heel lang te blijven bestaan. Het vrij zijn, het hele wereldje erom heen. Het is gewoon een superberoep”.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56