heeft. Hij heeft dan dus te weinig vertrou- wen in zijn installatie en de besturing daar- van dat hij perslucht tot zijn beschikking kan hebben, wanneer hij dat nodig heeft.” “Wij komen vaak bij bedrijven langs voor de levering van apparatuur voor het perslucht- systeem en dan horen we regelmatig dat ze de capaciteit willen vergroten”, vervolgt Wiersema. “Als we dan gaan meten in die fabriek, blijkt vaak dat ze al overcapaciteit hebben. Je kunt dan wel een energiezuinige compressor aanschaffen, maar dan sla je de eerste stap over, namelijk eerst kijken hoe- veel perslucht je nu echt nodig hebt.”


lingen te kunnen voldoen, moet het aandeel hernieuwbare energie dus fors omhoog: volgens de Nederlandse overheid moet dat 14% zijn in 2020. “Maar als de industrie 10% energie weet te besparen, heeft dat meer effect dan wan- neer je het geplande aandeel van 14% duur- zaam realiseert”, meent Wiersema.


Driedubbele Op dit moment wordt er per jaar 1% energie bespaard in de Nederlandse industrie en dat moet volgens Wiersema een stuk meer kun- nen worden. “De potentiële besparing van procesoptimalisatie, gevolgd door de instal- latie van energiezuiniger machines en een efficiëntere besturing, ligt op zo’n 30%. Dan heb ik het wel over de wat langere termijn: een jaar of tien. Reken je dat terug naar pro- centen per jaar, kom je dus op 3% uit. Dat is het driedubbele van de besparing die we nu realiseren.” Maar het kan ook sneller, mits we dat willen. Wiersema: “Van de meeste investeringen die je zou moeten doen om energie te besparen is de terugverdientijd relatief kort: zo’n drie jaar. Als je bereid bent het geld uit te geven,


kun je die 30% energiebesparing als het moet dus ook in drie jaar realiseren.”


Draagvlak Interessant is dat, ondanks de focus op de energiebronnen, een CO2


-reductie door 30%


energiebesparing nooit met het wijzigen van de bron gehaald zou kunnen worden. “Al zou je het willen, je krijgt nooit in drie jaar zoveel windmolens geplaatst die voor dezelfde CO2


-reductie kunnen zorgen als


30% energiebesparing doet. Dat zit hem deels in het ontbreken van een maatschap- pelijk draagvlak. Mensen willen wel wind- energie, maar níet als dat betekent dat ze vanuit hun achtertuin tegen een windmolen aan zitten te kijken.”


Kraantje open Laten we eens even kijken naar een notoir energielek in het gemiddelde bedrijf in de Nederlandse industrie: de perslucht. Al jaren wordt er gesproken over inefficiënt gebruik van perslucht, maar in de praktijk lijkt er nog maar weinig te veranderen. “Het probleem is dat dit gedachtegoed niet door zo’n bedrijf als geheel is geïntegreerd”, meent Wiersema. “Uiteindelijk komt het er op neer dat een operator bij die machine het acceptabel vindt dat hij een kraantje open zet om wat perslucht weg te lekken, zodat hij altijd per seconde perslucht tot zijn beschikking


Wiersema waakt er voor alle bedrijven over één kam te scheren: “Natuurlijk zijn er ook echt wel bedrijven in de industrie waar dat energie-efficiënt denken in de hele organi- satie is ingebed. Dat blijkt ook onafhankelijk te zijn van de schaalgrootte. Er zijn zowel kleine als grote bedrijven waar het qua energiebesparing goed is geregeld.


Levensduur Je zou je bijna afvragen waarom er nog niet massaal wordt geïnvesteerd in energiezui- nige oplossingen als de terugverdientijd slechts drie jaar bedraagt. “Vergis je niet,” waarschuwt Wiersema, “de terugverdien- tijd is weliswaar kort, maar je hebt het wel over forse investeringen. Een energiezuini- ge compressor bespaart behoorlijk op je energieverbruik voor de opwekking van perslucht, maar dat is natuurlijk maar één onderdeel van je hele proces. Als je over de hele breedte die dertig procent wilt beha- len, zul je meer zaken moeten vervangen en dat doe je dan het liefst als je huidige appa- ratuur het einde van zijn levensduur nadert, of wanneer je een compleet nieuwe fabriek neerzet. Als je net midden in de levensduur cyclus zit, heb je met een veel te grote des- investering te maken om het rendabel te krijgen.” Maar energiebesparing hoeft niet altijd om compleet nieuwe apparatuur te vragen. “Je kunt ook denken aan onderdelen”, licht Wiersema toe. “In plaats van een compleet nieuwe compressor neer te zetten, kun je in een eerder stadium misschien al de elektromotor vervangen, of de besturing aanpassen.”


Wiersema: “Als de industrie 10% energie weet te besparen, heeft dat meer effect dan wanneer je het geplande aandeel van 14% duurzaam realiseert.”


32 | nummer 6 | 2018


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48