This page contains a Flash digital edition of a book.
846 | WEEK 46-47 16 NOVEMBER 2016


51


De gemiddelde leeſtijd van de binnenvaartschepen is 50 jaar. Het bouwjaar van dit schip is 1961. ZOEKTOCHT NAAR MAXIMAAL HERGEBRUIK VAN GRONDSTOFFEN EN PRODUCTEN Topregio Drechtsteden zet zich in voor circulaire economie


DORDRECHT Cirkellab in Dordrecht heeſt in juni een rapport opgesteld onder de titel ‘Circulaire Kansen in de Maritieme Topregio, in opdracht van de Drechtsteden. Cirkellab heeſt als missie om de nieuwe, circulaire economie snel en krachtig mede vorm te ge- ven. Hun ambitie is om in de Drechtsteden binnen 10 jaar, 100 circulaire innovaties en oplossingen neer te zetten.


grootschalig opportuun is? Uiteindelijk bren- gen innovatief ontwerp, nieuwe materialen en nieuwe businessmodellen de beste moge- lijkheden om producten en grondstoffen opti- maal ‘in de loop’ te houden.


Slim


Naast deze – direct circulaire – kansen, zijn er zaken die te maken hebben met ‘slim’ waar- debehoud en in een vervolgtraject zeker niet mogen ontbreken: • Vervoer over water is sterk onderbenut. De prijs is (zeer) laag en de milieu-impact be- ter dan andere modaliteiten. Nieuwe, flexi- bele logistieke concepten blijken echter juist weer meer voor vervoer over de weg te kiezen.


De circulaire economie is een economisch sys- teem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. In het huidige lineaire systeem, worden grond- stoffen omgezet in producten die aan het ein- de van hun levensduur worden vernietigd.


Kansen


De maritieme sector is een grote werk- gever in de Drechtsteden. Volgens het Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD) is de regio Drechtsteden (inclusief Nieuw- Lekkerland en Graafstroom), na Rotterdam en Amsterdam het derde maritieme knooppunt van Nederland. Er zijn circa 870 maritieme be- drijven gevestigd, met 7.800 werkzame per- sonen. Om uit te vinden hoe deze onderne- mingen de transitie kunnen maken naar een circulaire industrie is ingezoomd op concrete kansrijke concepten rond circulaire economie.


Schepen, platforms en installaties in de ver- schillende maritieme sectoren hebben een lange levensduur. De verschillende maritieme sectoren zijn bovendien zeer sterk cyclisch en conjunctuurgevoelig. Waar kunnen bedrijven en overheden vandaag actie ondernemen? Of welke innovaties kunnen juist in gang ge- zet worden, die wellicht een jarenlange ont- wikkeltijd hebben – om klaar te zijn voor een ‘window of opportunity’ dat dán (pas)


• Havens en bedrijventerreinen worden niet optimaal benut. Havenbedrijf Rotterdam heeſt de afgelopen decennia enorm ingezet op slimme vestiging van bedrijven, zodat elk bedrijf optimaal profiteert van zijn locatie: aan water, weg, (of juist niet, dus goedkoper) maar vooral ook in de synergie en samen- werking met buurbedrijven. In de havens en bedrijventerreinen in de Drechtsteden is op dit gebied nog veel te optimaliseren.


• Andere toepassing voor (oudere) schepen en ongebruikte casco’s. Zeker in de binnen- vaart biedt de huidige economische situ- atie extra uitdagingen voor eigenaren om naar alternatieve verdienmodellen te kijken. Tegelijkertijd wordt steeds flexibeler geke- ken naar ruimte en locaties om te wonen, werken of locaties te vinden voor opslag.


Binnenvaart De binnenvaart bevindt zich in een moeilij- ke periode: vanwege economische groei zijn tot 2008 grote aantallen nieuwe schepen be- steld, die in de jaren daarna zijn opgeleverd en tot overcapaciteit leidden. Er is in deze sec- tor daarom voorlopig geen grote markt voor nieuwbouw en gerelateerde innovaties. Ook is de financiële positie bij de meeste spelers erg slecht. Overleven heeſt de overhand boven innoveren en voor nieuwe ontwikkelingen zal alleen ruimte zijn als deze direct (cashflow) kostenbesparing of omzetverhoging kunnen


opleveren.


Gekoppeld aan strenger wordende weten regelgeving op uitstoot richt de markt zich derhalve voornamelijk op de remanufactu- ring, revisie, ombouw van scheepsmotoren naar schonere brandstoffen en zuiniger ge- bruik. Grootscheepse sloop of hergebruik van onderdelen is in de binnenvaart (nog) niet aan de orde: de gemiddelde leeſtijd van binnen- vaartschepen is weliswaar zo’n 50 jaar, maar eigenaren zullen er alles aan doen om deze middels reparatie, onderhoud en remanufac- turing nog lang in leven te houden. Binnenvaart is schoner dan transport over de weg (per vervoerde tonkilometer), maar weg- transport innoveert sneller en komt meer te- gemoet aan nieuwe wensen rond flexibiliteit en snelheid: de voorsprong wordt kleiner. De beperkte innovatie kent een aantal oorzaken: • De huidige cultuur en conjunctuur in de sec- tor en daarmee mind-set van een groot deel van de schippers. Innovatie heeſt zeker niet de éérste prioriteit.


• Door de economische crisis is de waarde van schepen gedaald en varen schippers te- gen (of onder) kostprijs. Enerzijds maakt dit de binnenvaart nóg goedkoper dan andere transportmodaliteiten, maar leidt daarmee ook tot een zeer beperkt budget dat beschik- baar is voor innovatie.


• En als laatste de vergrijzing van de schip- pers, wat de huidige cultuur in de sector versterkt.


Innovatie boven sloop Het aantal schepen dat voor sloop (in Nederland) in aanmerking komt is niet groot. Veel van de schepen zullen nog aanzienlijke tijd in de vaart worden gehouden, een flink deel van de oudere schepen krijgt waarschijnlijk een betere bestemming of vindt zijn levenseinde elders in Europa. Het repareren, aanpassen, refitten of anderszins ombouwen van (onderdelen van) binnenvaartschepen is daardoor veel actueler. Enerzijds om schepen langer in de vaart te houden, aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen en/of wensen en anderzijds


om te (blijven) voldoen aan steeds strengere weten regelgeving rond uitstoot, gezondheid en veiligheid.


De focus ligt dus in eerste instantie bij de scheepsmotoren: brandstoffen zijn immers zowel de grootste kostenpost alsmede de grootste ‘vervuiler’, en worden door we- ten regelgeving steeds strenger ingeperkt. Bovendien liggen er kansen om meer aan- dacht te besteden aan mogelijkheden en in- novaties om ook andere installaties en/of de schepen zélf een nieuwe, wellicht andere, toe- passing of bestemming te geven. Daarnaast zijn er andere ontwikkelingen (dan het aan- passen van de motoren) rondom brandstof- verbruik, zoals bijvoorbeeld het aanbieden (en verplicht stellen) van walstroom en in- novaties rond (schonere en efficiëntere) anti-fouling, die aangroei op de scheepshuid (en daarmee weerstand) tegengaat.


Voor grootscheepse innovaties in ontwerp, redesign of nieuwe materialen, is op de korte termijn in de binnenvaart weinig ruimte. Op termijn zullen eerder de innovatieve ontwikkelingen uit andere subsectoren worden overgenomen dan wel ontwikkeld, als de markt daarvoor weer rijp is.


Pich & Pledge Het uitgevoerde onderzoek ‘Circulaire Kansen in de Maritieme Topregio’ wordt op maandag 28 november van 16.00 tot 18.00 uur feestelijk afgesloten met een Pitch & Pledge bijeenkomst bij de Rabobank Drechtsteden in Dordrecht. Hier worden resultaten van het onderzoek (inclusief de tweede fase) gepresenteerd, nemen enkele wethouders het rapport in ontvangst en ‘pitchen & pledgen’ uiteenlopende bedrijven uit de maritieme sector welke circulaire kansen zij zien en (gaan) waarmaken. Partijen uit de maritieme sector zijn van harte welkom! Meer informatie via info@cirkellab.nl.


Het complete rapport is te vinden op de web- site van cirkellab www.cirkellab.nl


Foto Lida Saaij


Stimuleringsregeling ‘Schone binnenvaart en duurzame logistiek in Rotterdam’


ROTTERDAM Op 1 oktober is de stimuleringsregeling ‘Schone binnenvaart en duurzame logistiek in Rotterdam’ van het Havenbedrijf Rotterdam geopend. Deze regeling verstrekt financiële bijdragen aan nieuwe projecten die leiden tot reductie van brandstofverbruik, broeikasgassen (CO2, CH4) en luchtemissies (NOx, PM) door de binnenvaart. Aanvragen kunnen tot uiterlijk 31 december 2016 worden ingediend bij het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB).


De stimuleringsregeling staat open voor aanvragen door ondernemingen, publieksrechtelijke organisaties of


combinaties daarvan. De maximale bijdragen zijn 25 procent voor in aanmerking komende onderzoeksprojecten en 75 procent voor


projecten die zijn gericht op concrete uitvoering van tastbare demonstraties.


Initiatiefnemers hebben tot 31 december de tijd om een voorstel in te dienen. Vervolgens zal een onafhankelijke Innovatieraad de ingediende voorstellen beoordelen. Rangschikking vindt plaats op basis van het verwachte milieurendement (vermindering brandstofverbruik, broeikasgasemissies en


emissies naar de lucht) per in het initiatief geïnvesteerde euro in de regio Rotterdam tot 2025.


Contactgegevens De aanvraagdocumenten zijn te downloaden op www.eicb.nl. Voor aanvullende informatie of vragen fungeert EICB als contactpersoon, telefonisch te bereiken via 010 798 9830 of per e-mail: info@eicb.nl


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68