This page contains a Flash digital edition of a book.
60


DEN HAAG Eerder dit jaar concludeerde Europarlementariër Wim van de Camp in zijn tussentijdse evaluatie van het Witboek Transport 2011, dat de modal shiſt is mis- lukt. Tot nu toe. Want volgens Van de Camp is de tijdsgeest veranderd en zijn er nu wel degelijk mogelijkheden om binnenvaart én spoor beter op de kaart te krijgen. Maar dan moet er wel ‘bewogen’ worden, ook door de sector zelf. “De Nederlandse binnenvaart moet beter gaan samenwerken en niet argwanend kijken naar nieuwe ontwikkelin- gen. Het grote probleem is toch een beetje in Nederland, dat we heel defensief zijn. We zijn bang voor asielzoekers, we zijn bang voor laagwater, we zijn bang voor op afstand bestuurde bruggen. En dan zeg ik, wat je nu ook in ‘Binnenvaart 3.0’ leest, probeer de kansen vooral te grijpen. Een te defensieve houding zet je op achterstand”.


YVONNE VAN DOORN Van de Camp zit sinds 2009 in het Europees Parlement, waar hij namens het CDA deel uit- maakt van de fractie van de Europese Volks- partij (EVP). In zijn eerste ambtsperiode hield hij zich bezig met Interne Markt en Consumen- ten Bescherming én Justitie. Sinds 2014 is dit Transport en Internationale Handel. Maandag tot en met donderdag is hij hiervoor in Brus- sel, vrijdags is zijn ‘Nederlandse dag’. Het is een pittige portefeuille die goed bij hem past, niet alleen gezien zijn voorliefde voor vracht- wagens en motorrijden, maar ook vanwege de ‘hands on’ mentaliteit die hij in het agrarisch bedrijf van zijn ouders in het Brabantse Oss heeſt meegekregen. “Het is hard werken, maar ik ben boer, dus ik weet niet anders. Net als schippers; wij werken altijd”. En juist deze ‘hands on’ mentaliteit zou Van de Camp graag ook terug zien in de organisatiegraad van de binnenvaartsector.


IK BEN OOK 62 EN IK MOET MIJ OOK HANDHAVEN IN BRUSSEL EN DAT DOE IK NIET DOOR ALLEEN MAAR DEFENSIEF TE ZIJN. DENK IN MOGELIJK- HEDEN


“De wegsector doet het erg goed en daar moet je ze natuurlijk ook voor prijzen. Maar we moeten nu echt gaan proberen om spoorwegen en binnenvaart beter op de kaart te krijgen. En zien of wij ze ook kunnen stimuleren”. De Europarlementariër wijst op de enorme capaciteit van vervoer over water, met name in Nederland en op de Rijn. “Deze wordt gewoon niet gebruikt op dit moment, onvoldoende gebruikt eigenlijk. Natuurlijk blijſt de door-to-door service van de weg ons achtervolgen. Maar we moeten nu gaan voor multimodality. We gaan nu vooral proberen met ITS (Intelligent Transport Systems) om die multimodality te stimuleren. Dat kan niet zonder geld. Ik heb bijvoorbeeld voorgesteld bij rail om de trackcharges, het gebruik van de infrastructuur, om daar de vergoedingen voor af te schaffen. Al was het maar voor de vracht. Om meer containers op die trein te krijgen. Maar bij rail is dit niet zo gemakkelijk omdat je in verschillende landen onder ande- re te maken hebt met andere spoorweg- en beveiligingssystemen. Grensoverschrijdende binnenvaart is iets makkelijker. Daarom is COP21 heel belangrijk. Ik wil de uitkomsten van COP21 ‘misbruiken’ om rail en binnen- vaart verder te stimuleren”. Volgens de politi- cus zijn daar allerlei mogelijkheden voor. “We gaan niet werken met subsidies. We moeten werken met lagere kostprijzen, betere service, interconnectivity, multimodality”.


Krachtenbundeling Maar om een Europese vuist te maken moet de Nederlandse binnenvaart, volgens Van de Camp, beter samenwerken. De binnenvaart- wereld is nog steeds te versnipperd. “Laat ik eens een mooie vergelijking maken: Wij zijn in 1980 gefuseerd, het CDA. Dat was heel


moeilijk. Katholieken, protestanten, hervorm- den moesten allemaal in een politieke partij. Maar toch, als we het niet gedaan hadden, bestonden we niet meer. Dan waren we gewoon weg, gedeconfessionaliseerd. Ja, je kan in zuiverheid ten ondergaan. Je moet toch echt de bakens naar de tijd kunnen verzetten. En we zijn nu eenmaal een internationaal vervoerdersland. We hebben belangen in Bel- gië, we hebben grote belangen in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Maar verdedig die dan ook!” Van de Camp betreurt het dan ook, dat de Algemeene Schippers Vereeniging heeſt besloten zich niet weer aan te sluiten bij de ESO. “Ik vind het onverstandig. Dat is echt niet meer van deze tijd. Vergelijk het nou even met de weg: we hebben al zulke grote concurren- ten met de weg. Luchtvaart zal de binnenvaart niet direct raken, maar die hele modal shiſt gedachte is bedoeld om van air en road naar spoor en binnenvaart te gaan. Maar dan moet er wel een ‘acceptor’ zijn, een branche die het kan hebben”.


Van de Camp is dan ook zeer groot voorstan- der van het Europees Binnenvaart Platform en betreurt het dat niet iedereen hier achter staat. “In maart van dit jaar heeſt Schultz een rapport naar de kamer gestuurd over coöperaties. Kijk, je moet ook eerlijk durven zijn, wellicht zijn sommige bedrijven gewoon te klein op de Europese markt. Maar probeer dan met nieuwe vormen te komen, probeer met een coöperatie te komen. Kijk hoe de boeren en de tuinders dat in het verleden heb- ben gedaan. Met shiphoppen zijn we ook aan boord geweest van zo’n schip, man en vrouw. Lag aan de haven in Dordrecht. Prachtig. Ik wil die kleine bedrijven ook helpen, redden. We hebben overal subsidies voor. We kunnen zo een Europese subsidie regelen voor een coöperatievorming, dat moet geen punt zijn. Maar dan moet je wel bereidheid hebben om even over je eigen reling te kijken”.


Desondanks toont Van de Camp ook begrip: “Ik begrijp het wel, dat zijn de kleine zelfstan- digen in de goede zin van het woord. Ik kom uit een politieke partij, die juist voor familie en gezinsbedrijven is. Maar er moet wel bewogen worden. Wij zijn een groot binnen- vaartland. Vergis je niet; van de 28 landen, zijn er 20 totaal niet geïnteresseerd. Het is een branche die voor 60 procent in handen is van Nederland. En dan heb je Duitsland, een stukje Zwitserland, België en Frankrijk and that’s it. We hebben al moeite om op de politieke agenda te komen, daarom wil ik ook in 2017, net als bij luchtvaart en in 2016 voor de weg, een ‘Maritime package’. Dat is voor mij onbespreekbaar. Dat moet er komen want anders krijgen we die modal shiſt nooit van de grond. Dat geeſt politieke aandacht, dat geeſt reuring, dat geeſt subsidies, dat geeſt innovatie. En dan kan je natuurlijk wel als ASV blijven zeggen ‘ik wil het houden in Nederland zoals het altijd is geweest’, maar ja dan gaan we de boot missen. We hebben een sterke binnenvaart nodig met eenduidige organisa- ties, want de acceptor van de vraag moet er wel staan”.


Personeel Een ander probleem in de binnenvaart is de aantrekkingskracht van het vak; de sector heeſt grote moeite met voldoende personeel. Onbekendheid speelt hier volgens Van de Camp absoluut een grote rol in. Hij maakt zich hier grote zorgen over, net als over het imago van de sector en voert dat dus allemaal terug op de organisatiegraad. Hiervoor zou ook een grotere, betere organisatie nodig zijn. “De sec- tor ‘bekt’ gewoon ook niet lekker. Als je werkt bij Google dan ben je ‘kingplayer’. Ik moet eerlijk zeggen werken in de binnenvaart, ik kom er niet van weg, maar daar zitten onwijs veel mogelijkheden”.


Onderhoud Naast zijn standpunt over de organisatiegraad van de binnenvaartsector is Van de Camp ook zeer expliciet over de rol van de binnenvaart- landen zelf in dit geheel. Zo is Frankrijk op dit moment bezig met een strategisch binnen- vaartplan. Dit plan moet volgens hem begin- nen met het woord ‘maintenance’, onderhoud van de Franse vaarwegen. “Ik zit helemaal niet te wachten op grootscheepse projecten. Ja


we hebben natuurlijk het Seine-Schelde ver- haal, dat moet wel doorgaan daarover geen misverstand, maar dat is slechts de basis. Ik heb laatst weer een keer met de Vibia vrou- wen gesproken; er zijn er die varen helemaal naar Marseille in het zuiden, maar dan moet je wel écht een heel klein schip hebben anders kom je er gewoon niet meer door. Maar dat is


VOOR MIJ IS MOTOR- RIJDEN, HET MOMENT OM DE KOP LEEG TE MAKEN. WANT MOTOR- RIJDEN IS GEVAARLIJK, DAAR MOET JE JE GOED BIJ CONCENTREREN EN WE RIJDEN STEVIG DOOR, HEEL STEVIG.


HET MOOISTE MOMENT VAN DE WEEK VIND IK DAN OOK ZATERDAG- MIDDAG OM HALF ZES, ALS IK WEER VEILIG THUIS BEN, EN IK MIJN EERSTE PALM BIERTJE KAN DRINKEN


sowieso in Europa een probleem. In Duitsland bijvoorbeeld ook en dat probleem speelt niet alleen op het water. De Duitse weg heeſt ook een enorme achterstand. Ik zeg het vaak spottend: Ik hoop niet dat er ooit een Wim van de Camp-kanaal komt, daar zit ik echt niet op te wachten, maar heel veel politici willen een Alain Vidalies-lock, een Alain Vidalies-sluis. Ik hoef dat niet, maar daarom zeg ik mainte- nance, maintenance, maintenance. Daarnaast hebben ze in Frankrijk enorm ouderwetse arbeidsvoorwaarden. Ze zijn heel streng en strikt. Ik ben ook voor goede rechten van het personeel, maar we leven niet meer in 1960”.


In Frankrijk zou de modal shiſt, aldus Van de Camp, bewerkstelligd kunnen worden als de mogelijkheden (de kleine vaarwegen) beter


WIM VAN DE CAMP Geboren: 27 juli 1953, Oss Huidige woonplaats: Den Haag / Brussel


Opleiding: Havo, Hogere Landbouw- school voor Tropische Landbouw in Deventer (1976), Rechten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (1982).


Carrière: Juridisch medewerker VNG, lid KVP-Jo (1976), voorzitter KVP-Jo (1978-1981), vicevoorzitter CDJA (1981- 1983), lid landelijke CDA-partijbestuur (1980-1986), lid Tweede Kamer (1986- 2009), lid Europees Parlement CDA/EVP


benut zouden worden. “De wegen in Frank- rijk betalen zichzelf, want ze hebben tol. Ze zouden dus binnen het regeringsbudget meer geld kunnen vrijmaken voor inland water- ways. De modal shiſt moet bevorderd worden en dat kan bijvoorbeeld door de Franse regering te vragen, misschien een beetje te forceren of te helpen met beter onderhoud van de bestaande vaarwegen”. Dit onderhoud valt matig onder de tweede CEF-call, maar dat geeſt volgens Van de Camp niet. “Als de hoofdverbindingen uit de CEF betaald wor- den, de ontbrekende stukken, nieuwe sluizen, dan kan de maintenance door de nationale overheid worden betaald”.


Donau Om de werkgelegenheid en innovatie in Euro- pa te bevorderen heeſt Van de Camp tevens voor ogen om de Rijn-modellen te kopiëren voor de Donau. “We hebben hiervoor grote investeringsprojecten nodig. Maar dan moet er wel gebaggerd gaan worden in de Donau”. Bulgarije ligt op dit punt dwars. Van de Camp heeſt op de EFIP vergadering in november toege- zegd contact op te zullen nemen met de Bulgaar- se regering. De binnenhaven van Wenen is daar heel erg bij gebaat. “Bulgarije zit heel erg op weg investeringen, daar krijgen ze Euro- pees geld voor. Maar als we de Bulgaarse regering kunnen mo- tiveren om de Donau beter te onderhou- den, dan is dat uit- eindelijk weer een investe- ring in de binnen- vaart”.


WEEK 51-01 16 DEC 2015


Wim van de Camp: Schippers moeten openstaan voor modernisering en krachtenbundeling


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72