Oorlogsfotograaf Hugo Wilmer vertrok in 1945 naar Nederlands-Indië om daar de stand van zaken rondom de on- afhankelijkheidsstrijd vast te leggen. Hij was het echter niet eens met de militaire censuur. Twee jaar later nam hij ontslag en maakte voor uitgeverij De Spaarnestad fotoreportages voor de Katholieke Illustratie en Panorama. Met gevaar voor eigen leven was hij aan het voorste front aanwezig met zijn camera in de aanslag. In 1948 fotografeerde hij in Afrika, eind 1948 ging hij naar de Antillen en in 1949 bezocht hij ook Cuba, Haïti, Suriname en Florida. Ook trok hij met twee Papoea’s door Nieuw-Guinea. Daarna volgden Egypte en het Midden-Oosten. In Ethiopië had hij een interview met keizer Haile Selassie, in Jordanië met koning Abdoellah.
Een marinier springt gebukt langs een omgevallen boom.
Bewapende mariniers die in de looppas door een brandende kampong stormen.