2 3 4 5 6 7


0 1


2014 jaar


Figuur 4 – Vertrouwen in samenwerking in de melkveehouderij (1 = lage score voor vertrouwen en 7 = hoog) (bron: Agrifoodmonitor Wageningen Economic Research)


2016


2 3 4 5 6 7


0 1


2014 jaar


Figuur 5 – Positieve en negatieve emoties ten opzichte van de melkveehouderij (1 = weinig emotie en 7 = veel) (bron: Agrifoodmonitor Wageningen Economic Research)


melkveehouderij tot de maatschappelijk beter gewaar- deerde sectoren met een score die vergelijkbaar is met supermarkten, horeca en informatietechnologie. In fi- guur 1 is een overzicht gegeven van het verloop van de score voor maatschappelijke waardering voor de melk- veehouderij sinds 2012. Er is een lichte daling zichtbaar, maar de verschillen zijn niet significant.


Contact verhoogt betrokkenheid De belangrijkste verklarende factor voor maatschappe- lijke waardering blijkt de betrokkenheid die burgers voelen. ‘Betrokkenheid geeft inzicht in hoe belangrijk en relevant een sector voor iemand is’, licht Onwezen toe. ‘Mensen kunnen meer betrokkenheid voelen omdat ze een boerderij om de hoek hebben of persoonlijk een


melkveehouder kennen. Ook als consumenten een ster- ke koppeling leggen tussen het eten op hun bord en de productie daarvan, verhoogt dat de betrokkenheid. Dit betekent dat investeren in persoonlijk contact, bijvoor- beeld door het ontvangen van bezoekers op het bedrijf, een goed middel is om de maatschappelijke waardering te verhogen’, aldus de onderzoekster. In figuur 2 is de gemiddelde betrokkenheid bij de melk- veehouderij in 2014 en 2016 weergegeven. De sector scoort in beide jaren een waardering van ongeveer 4,95. ‘Dit geeft aan dat de Nederlandse burger redelijk betrok- ken is bij de sector’, geeft Onwezen aan. De betrokken- heid bij de melkveehouderij is vergelijkbaar met die bij de levensmiddelenindustrie. De score voor de melkvee- houderij is hoger dan die voor de varkens- en pluimvee-


2016


positieve emoties negatieve emoties


veeteelt SEPTEMBER 1 2017


31


vertrouwen


emoties


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61