FOKKERIJNIEUWS Minke 64 is derde tweehonderdtonner in Nederland
Leedochter Minke 64 is tijdens de monstername op 2 september de grens van 200.000 kg melk gepas- seerd. De bijna negentien jaar oude koe van Eric, Ger en Maria Ubachs uit Epen is de derde tweehonderdton- ner in Nederland. Eerder lukte het ook Big Boukje 192 (v. Cash) van Jos en Ingrid Knoef uit Geesteren en Dora 442 (v. Manfred) van Corné en Anne-Marie Machielsen uit Prinsenbeek om 200.000 kg melk te produceren. Minke had in totaal dertien lactaties nodig om de twee ton vol te maken. Ruim een jaar geleden, in juli 2016, kalfde Minke voor het laatst. Op dit moment voegt ze dagelijks nog bijna 30 kg melk toe aan haar levens- totaal. Minke produceerde gemiddeld over haar leven 37 kg melk per dag met 4,12% vet en 3,24% eiwit. In haar beste lactatie produceerde ze in 305 dagen 16.433 kg melk met 3,92% vet en 3,22% eiwit. De stammoeder van de Minkes, een dochter van Blit- saerd Darwin, werd geboren in 1971 en kwam tot een levenstotaal van 139.238 kg melk. Postuum bleek ‘de oude Minke’ bovendien de allereerste Nederlandse tientonner. Minke 64 is via achtereenvolgens de stieren Dombinator, Sunny Boy, Levi, Top Brass, Valentin en Herovina Keimpe Adema de zevende generatie uit deze eerste Minke.
Behalve productief is tweehonderdtonner Minke ook fraai. De Leedochter is ingeschreven met 91 punten en de familie Ubachs nam twee keer met haar deel aan de NRM. Minke kreeg negen keer een vaarskalf, maar geen van haar nakomelingen is nog op het bedrijf.
Minke produceerde gemiddeld 37 kg melk per dag Kijk voor een filmpje over Minke op:
veeteelt.nl
Steeds meer melkkoeien in Nieuw-Zeeland kalven in kort tijdsbestek
Steeds meer melkveebedrijven in Nieuw- Zeeland slagen erin om hun koeien in een kort tijdsbestek te laten afalven. Dat meldt fokkerijorganisatie LIC, die zich baseert op cijfers van bijna 4000 bedrijven, ongeveer
dertig procent van alle melkveebedrijven in Nieuw-Zeeland. Afgelopen jaar lukte het twee derde (67 pro- cent) van de bedrijven om zestig procent van hun koeien in een periode van drie weken te
laten kalven. Het is volgens LIC het derde jaar op rij dat het afalfpatroon verbetert. Drie jaar geleden slaagde iets meer dan de helft (52 procent) van de bedrijven erin zestig procent van hun koeien in drie weken tijd te laten afalven.
LIC hecht belang aan een geconcentreerd afalfpatroon, omdat er daardoor meer tijd is om te herstellen van het kalven en om de vruchtbaarheidscyclus op gang te laten ko- men voordat het inseminatieseizoen van start gaat.
Het percentage dracht na zes weken insemi- neren is een ander belangrijk kengetal in Nieuw-Zeeland. Het streven is dat 78 procent van de koeien drachtig is na zes weken. Dat streefgetal halen de meeste Nieuw-Zeeland- se bedrijven nog niet. Gemiddeld was afgelo- pen jaar 66 procent van de koeien drachtig na zes weken, een daling van ongeveer een procent ten opzichte van het voorgaande jaar.
10 veeteelt SEPTEMBER 1 2017
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61