This page contains a Flash digital edition of a book.
7,48 meter lang en heeft een wielbasis van 4,30 meter. “De wielbasis is cruciaal voor de draaicirkel”, zegt hij. Hiddes neemt plaats achter het stuur, de coach gaat ernaast zitten. “Stelt u eerst uw stoel goed in en maak zorg- vuldig de riem vast.” En even later: “Staan de spiegels goed? Dat is bijzonder belangrijk.” Vervolgens informeert hij of Hiddes wel eens naar een spiegelafstelplaats rijdt, om de spie- gelstand te controleren. Zijn zwijgen zegt al- les. Op zijn vraag of het dashboard toegelicht moet worden, wil de redacteur enkel weten waar de claxon zit. “Goede vraag, die moet je in nood niet hoeven zoeken”, reageert de coach lachend. De motor wordt gestart en even later zoeft de


Gewoontes van een kwart eeuw raak je niet snel kwijt


wagen vooruit. “Beide handen aan het stuur, mijnheer Hiddes”, is het eerste commando, maar op een prettige toon. “En nu rechts.” De redacteur schakelt terug en rijdt relaxed de hoek om. “Volgende keer niet terugschakelen bij een overzichtelijke hoek, maar de voet van het gaspedaal halen en de wagen laten uitrol- len. Naar links kijken, dan rechts en inschat- ten of je door kunt rijden.” De coach heeft ook het certifi caat Het nieuwe rijden en weet veel over het zuinig rijden, ook met zware wagens. “En nog een tip, mijnheer Hiddes. Als er ruimte is, dan bij het afslaan naar rechts een klein beetje meer links gaan staan, zodat je een nog beter overzicht hebt én tevens de bocht goed kunt nemen in verband met de overhang aan de achterzijde. En nogmaals: probeer om niet terug te schakelen.” Hoe krijg je dat automatisme eruit? “En let er eens extra op dat je bij een verandering van de rijrichting altijd, maar dan ook altijd, in beide spiegels kijkt.”


Te veel rijervaring De redacteur tuft verder en nadert nu een ro- tonde. “Beide handen aan het stuur, mijnheer Hiddes”, klinkt het weer, “en rustig doorrijden,


voet van gaspedaal af, kijk in de spiegels, schat het verkeer op de rotonde in en laat de wagen rollen, als het kan. Dat scheelt brandstof. Kan het niet, dan terugschakelen – beide handen weer aan het stuur graag! – en dan beslissen: doorrijden of stoppen.” Rustig legt de coach alles klip en klaar uit, zonder dat het belerend wordt. Bijzonder prettig bij al die leerlingen met te veel rijer- varing. “Neem de voet van het gas bij een verkeers- drempel en rol eroverheen. Als er korte strepen op staan, wil dat zeggen dat het een felle drempel is en lange strepen duiden op een meer glooiende”, legt


Van der Velde uit. “Waarom moet ik niet terugschakelen?”, vraagt Hiddes. “Bij de huidige motoren is het toerental laag en het motorvermogen hoog, dus is steeds terugschakelen echt niet meer nodig. Vloeiend rijden is beter. Rustig aan en pas schakelen als het echt moet. Boven de 1.500 toeren wordt het wel weer nodig.” De leswagen nadert nu een breed landbouw- voertuig. “Afstand houden is belangrijk. Juist voor het goede uitzicht rondom, want iets vlak voor je belemmert het overzicht.” Het is een totaal andere manier van denken en doen: de ingesleten gewoontes moeten overboord. “Het lijkt niet zo, maar je gemid- delde snelheid gaat omhoog en je gebruikt zo minder brandstof”, legt de coach uit. “Handel altijd naar de signalen in het verkeer en niet op de automatische piloot. Zie je een rij voor het rode stoplicht wachten, haal je voet van het gaspedaal, uitrollen en pas remmen als het moet. Dikwijls kun je rustig doorrollen bij het op groen springen.” Van der Velde wijst op de ecometer in de leswagen, die de wijze van rijden toont, van 1 op 4 tot 1 op 10. Daarop is ook te zien dat langer in een hogere versnelling rijden loont. “Beide handen aan het stuur.” De redacteur schrikt op, gewoontes van een kwart eeuw raak je niet snel kwijt.


Uitzwaai en inloop “Terugschakelen in een camper is soms wel noodzakelijk. Alle potten en pannen door de bus is ook niet alles”, geeft de coach met een


Fons van der Velde is ook offi cieel instructeur van Het nieuwe rijden. 26 | Kampeerauto nr. 7/2014 NKC


brede lach toe. “Let wel steeds op de lange wielbasis en de overhang bij het nemen van bochten”, waarschuwt hij bijna ten overvloe- de. “Moet ik bij het driekwart nemen van de rotonde richting aangeven?”, vraagt Hiddes. “Ja, want dan hoeft het overige verkeer niet op je te wachten.” Er komt nu een scherpe bocht. “Probeer voor deze bocht te schake- len, dan heb je tijd om je uitzwaai en inloop te controleren.” Er komen prachtige nieuwe termen voorbij.


“Een bekende truc van vrachtwagenchauf- feurs bij het linksaf slaan is het eerst even naar rechts buigen”, vertelt de coach verder. Zo hebben ze een goed overzicht op het


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84