GELD & RECHT TEKST: PETER LOUWERSE • ILLUSTRATIE: TOM JANSSEN
Ik mag mijn
KLEINKIND NIET MEER ZIEN
Als je senioren vraagt waar ze het
meest van genieten, zeggen ze vaak: de kleinkinderen. Door ruzie met de eigen kinderen of met de ex-schoonzoon of
-dochter kan aan die idylle ineens een einde komen. De intens verdrietige grootouders staan dan dikwijls met lege handen.
D 36
e belangrijkste tip van familie- rechtadvocaat Wendy van der Stroom voor grootouders is:
‘Zeg geen lelijke dingen over de kouwe kant.’ De verleiding is groot om in een echtscheidingsconflict de kant te kiezen van de eigen zoon of dochter. ‘Soms komt dat zwart op wit te staan in een getuigenverklaring,’ zegt de advocate. ‘Dat helpt niet als je later de kleinkinderen wilt blijven zien.’
Het is om meerdere reden onverstan- dig om de voormalige schoondochter zwart te maken. Die informatie kan namelijk terechtkomen bij de klein- kinderen. En die hebben doorgaans
weinig zin in een bezoekje aan oma die ‘zulke lelijke dingen heeft gezegd over mama’. Van der Stroom: ‘Wat we van ouders verlangen, namelijk dat ze bijdragen aan een goede verstand- houding, verwachten we ook van de grootouders. Partij kiezen is menselijk, maar niet verstandig.’ Voor de eigen juridische positie, die toch al zwak is, is het beter dat opa en oma af en toe op de tong bijten.
OPVOEDROL Omroep Max liet in een uitzending grootouders aan het woord die hun kinderen niet meer mogen zien. Allemaal schrijnende gevallen.
‘Die gevoelens zitten diep, en ik heb daar begrip voor,’ zegt Van der Stroom. Toch komt het maar zelden voor dat grootouders naar de rechter stappen om het omgangsrecht af te dwingen. De meeste mensen hebben geen zin om een familieruzie op de spits te drijven. ‘Ook het feit dat grootouders geen wettelijk recht op omgang hebben, speelt een rol,’ verklaart Van der Stroom van het Rotterdamse kantoor SmeetsGijbels. Grootouders moeten nu aantonen dat ze een nauwe persoonlijke betrekking hebben met hun kleinkind. Een logeerpartijtje of regelmatig familiebezoek is dan niet genoeg. Als het tot een rechtszaak komt, zullen opa en oma bijvoorbeeld moeten bewijzen dat ze meerdere dagen per week op het kind passen. Van der Stroom: ‘Ouders werken aan hun carrières en doen steeds vaker een beroep op opa en oma. Die grootouders hebben een opvoedrol en verschijnen langs het hockeyveld en bij uitvoeringen van de schoolmusical.’
SPANNINGEN BIJ KIND Als de eerste hobbel is genomen, volgt de tweede hindernis: de omgang mag niet in strijd zijn met het belang van het kind. Als de omgangsregeling grote spanningen veroorzaakt voor het kind, is de kans groot dat de rechter toch nee zegt. In een procedure is de uitkomst onzeker, omdat de ene rechter de feiten anders weegt dan de andere. Rechters vinden het belangrijk dat kinderen weten waar ze vandaan komen en hechten daarom veel waarde aan de omgang met de grootouders. Maar er zijn situaties waar dat gewoon niet kan: het kind mag er niet aan onderdoor gaan. ‘Als de grootouders de manier waarop de schoondochter de kinderen opvoedt afkeuren en daar uitgesproken meningen over geven, werkt dat in hun nadeel bij de rechter,’ stelt Van der Stroom. ‘Speel daarom een rol op afstand, geniet vooral van je kleinkinderen.’ Wijst de rechter een omgangsregeling af, dan mogen de grootouders soms wel een kaartje of
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67