search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Sloopbedrijven zijn steeds minder de sloopbedrijven zoals ze bij een breed publiek bekend zijn: met een sloopkogel in een paar uur een gebouw neerhalen en daarna puinruimen. Tegenwoordig houden sloopbedrijven zich in toenemende mate bezig met circulair slo- pen. Materialen die in het gebouw zitten worden er zorgvuldig uitgehaald voor hergebruik. Edwin Zoontjes, secretaris van de branchevereniging van sloopbedrijven VERAS, licht toe hoe cir- culair slopen werkt en wat voor mogelijkheden het de sloop- branche biedt. Tekst:Wink Sabée


O


p zaterdag 22 september jongst- leden organiseerde VERAS een soort nationale sloopdag:


Demolition Day. Bijna tienduizend men- sen kwamen een kijkje nemen op een van twaalf slooplocaties in het land. Met eigen ogen zagen ze welk precisiewerk het slopen vergt, een sloopkogel komt er niet meer aan te pas. ‘Een ongekend succes was Demolition Day’, zo blikt Zoontjes tevreden terug. ‘We zijn vooral blij dat we de aandacht hebben getrok- ken van veel jongeren die zich aan het oriënteren zijn op een toekomstig be- roep.’


Profi leren op arbeidsmarkt Zoals veel brancheverenigingen met technische beroepen moet VERAS en het honderdtal aangesloten sloopbedrij- ven en asbestverwijderaars zich profi le- ren op de arbeidsmarkt. De vraag naar medewerkers met twee rechterhanden is groot, het aanbod ruim overtreffend. Alle werkgevers met technische beroe- pen vissen min of meer in dezelfde vij- ver. “In onze branche is er grote vraag naar handslopers, mensen die met han- den en hamers de tegels in een gebouw los jekkeren, lampen van plafonds ha- len, deuren uitnemen, radiatoren los- schroeven. Dat werk. Ook kraanmachi- nisten zijn veel gevraagd: mensen die met een kraanmachine gebouwen af- brokkelen en losgekomen delen verklei-


nen. Gelukkig zagen we de ogen van de aanwezige jongeren fonkelen op de slooplocaties”, zegt Zoontjes.


Stoffeninventarisatie


Binnen de sloopbranche zijn min of meer nieuwe taken ontstaan in de loop der jaren, zoals een stoffeninventarisa- tie: het in kaart brengen van de mate- rialen van een gebouw en daar een af- zetmarkt voor vinden. Deze taak brengt de transitie die de sloopbranche heeft doorgemaakt goed tot uiting: van slo- pen en afvoeren naar demonteren en materialen en producten hergebruiken. Anders gezegd: van slopen naar circu- lair slopen. Werden vroeger bijna alle materialen die uit een gebouw kwamen gestort en verbrand; tegenwoordig is dit nauwelijks nog het geval. “Dit is onder meer in gang gezet door het mechanis- me van belastingen, zoals de afvalstof- fenbelasting”, vertelt Zoontjes. “Verder door stortverboden van bepaalde ma- terialen die herbruikbaar zijn. Maar ook doordat het besef ontstond dat sloop- materialen feitelijk grondstoffen zijn die een waarde vertegenwoordigen.”


Gevolgen businessmodel Voor sloopbedrijven is het dus zaak aan goede afzetkanalen te komen voor de vrijgekomen materialen. Inmiddels wordt 98 procent van de materialen af- komstig uit sloopwerken op een of an-


dere manier hergebruikt. In dezelfde functie na een opknapbeurt, of in een andere functie. Zo krijgen materialen een tweede leven in de wegenbouw, de burger- en utiliteitssector of zijn ze te- rug te vinden in de vorm van houtsnip- pers en in nieuwe dakbanen. De vraag is wat de gevolgen zijn van deze ande- re manier van werken. Wat zijn bijvoor- beeld de gevolgen voor het business model van sloopbedrijven? Zoontjes: “Het uitgangspunt op dit moment is nog steeds: slopen kost geld. Er zijn handen nodig, materieel, energie, enzovoort. Zo stelt circulair slopen hogere eisen aan de manieren van demonteren van een gebouw. Hierdoor kost het meer tijd en dus geld dan een gebouw in een paar dagen naar beneden halen zoals dat vroeger gebeurde. Aan de andere kant levert het materiaal dat vrijkomt bij een sloop mogelijk geld op. Daarbij geldt: hoe beter je dat doet, hoe meer het op- levert. Op dit moment wegen deze op- brengsten echter nog niet op tegen de gemaakte kosten.”


Meer voorwerk Zoontjes tekent de vergelijking uit. Hij vertelt dat het slopen van een gebouw met de ouderwetse sloopkogel gemak- kelijk is. Een paar dagen pats-boem en klaar is Kees. Eerst alle radiotoren, gipsplaten, plafonds en andere waar- devolle zaken eruit halen, zoals bij cir-


Nr.6 - 2018 OTAR O Nr.6 - 2018TAR 43


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48