Chillen op de bouwplaats
Tekst: Foto:
Jan Willem Kommer Henk van der Veen
Als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan. Aan dat Oud-Hollands spreekwoord moest ik denken toen ik voor deze Mebest het artikel schreef over de aanpassing van TBA-richtlijn 3.3. Dat is de richtlijn waar de voorschriften in staan voor de verwerking van gipsplaten- wanden en -plafonds. Er staat ondermeer in wat de klima- tologische omstandigheden moeten zijn om die wanden en plafonds zo te kunnen maken dat ze goed zijn en heel blijven. Daar heeft ie het al eerder over gehad, denkt u vast. Klopt. Het is nogal een dingetje in de af ouw, dat wind en waterdicht en zo. Wil nogal eens niet lukken, met alle gevolgen van dien. Kijk maar in Mebest 4 van dit jaar; de foto’s spreken boekdelen. Natuurlijk, dat was extreem, geen dagelijkse praktijk. Maar het gebeurt echt vaak dat het op de bouw te nat, te droog, te warm, te koud, te tochtig of niet goed geventileerd is. Het heeft wel iets weg van boeren, maar je ziet het terug in het eindresultaat, in schades. Het is moeilijk voor te stellen dat het komt door desinteresse of moedwil van degenen die zulke projecten organiseren dat het zo vaak mis gaat. De meeste mensen deugen immers. Dat moeten de mensen achter de verwerkingsvoorschriften ook gedacht hebben toen ze het hoofdstuk over klimatologische omstandigheden op de bouwplaats aanpasten. Niet de minimum- en de maximum- waarden voor temperatuur en relatieve luchtvochtigheid zijn op de schop gegaan, die zijn immers een gegeven. Water kookt nou eenmaal bij 100 graden niet bij 75, en zo knapt gips er niet van op als de luchtvochtig- heid boven de 80% komt. De vraag is echter wannéér je dat kokende water wil. Voor een kopje thee om 15.00 uur hoef je de ketel niet al om 12.00 uur op de inductieplaat te zetten. Dus is gekeken naar de verschillende fases in het montageproces van gipsplaatwanden en -plafonds, en zijn die in de aangepaste richtlijn heel dui- delijk uit elkaar getrokken. Aluminium profi elen worden er namelijk niet min- der van als ze worden gesteld bij een temperatuur van minder dan 7 graden of een luchtvochtigheid van minder dan 40 of meer dan 80%. Dat is anders als de gipsplaten worden geplaatst, dan is het belangrijk dat die waarden wél in acht worden genomen. En bij het afvoegen van de naden luistert het nóg nauwer. Omdat die werkzaamheden niet allemaal tegelijk hoeven te gebeuren, hoeven de hoogste eisen ook niet voor het hele montageproces te gelden. Door heel expliciet aan te geven wat voor welke fase geldt, wordt het misschien beter te be- happen voor de planners. Kunnen ze de werkzaamheden zo indelen dat er van af- bouwers niet hoeft te worden geëist dat ze werkzaamheden doen op een moment dat dat eigenlijk nog helemaal niet kan. Dat zal de gedachte achter de aanpassing zijn. Ik hoop heel erg dat het werkt. Dat zou over een poosje te zien moeten zijn aan een afname van het aantal schadegevallen door slechte bouwplaatsom- standigheden. Het zou mooi zijn. En het zou nog mooier zijn als de héle bouw er van leert dat niet álles met stoom en kokend water hoeft. Stel je voor, dat je op bouwplaatsen alleen nog maar luie lounge à la Kruder & Dorfmeister uit de radio’s hoort kabbelen.
MEBEST december 2020 3
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48